Eeen vurig gebed
De Almachtige Schepper is Hij wiens bestaan de bron is van alle bestaan, wiens macht de bron is van de kracht voor alles, en wiens wil het enige middel is om alle dingen en gebeurtenissen te laten zijn en plaatsvinden. De ziel van onze essentie wordt gevoed door goddelijke kennis. Hij is de enige Vorst die het hele universum heeft geschapen, waarbij hij de wereld en de hemelen heeft neergezet als een voorstelling om zijn schepping tentoon te stellen, iedere avond een feest vormend met de sterren, planeten en de maan, de vlakten, bergen, bossen, rivieren en zeeën presenterend in al hun vormen, kleuren en eigenschappen aan de mensen van perceptie, als een boek dat gelezen dient te worden, allemaal bedoeld om de hemelse schoonheden tot de geesten te laten doordringen. Hij is het die de deuren opent voor ons sterfelijke wezens om de Hemelen door de smaragdgroene heuvels van het hart te aanschouwen; Hij is het die de borstkas van de gelovigen doet vergroten door middel van het geloof, en hun zintuigen verscherpt door hun aanbidding; Hij is het die een extra waarde geeft aan het staan tegenover God in perioden van gebed, terwijl Hij hen kroont met het teken van prostratie. Hij is het die de goedheid van Zijn dienaren versterkt met goddelijke gunst en gratie; Hij is het die degenen met Godbewuste zielen op één lijn plaatst met de engelen. Hij is het die de foute gevoelens, gedachten en het onjuiste gedrag van Zijn dienaren door de vingers ziet met genade en vergeving, zowel in deze wereld als in het hiernamaals; Hij is het die Zijn dienaren hun overtredingen vergeeft en hen talloze keren vrijstelt van de straf die zij verdienen. Hij is het die Zijn hoogheid en grootsheid op ieder moment in een veelvoud aan schaduwen en schakeringen manifesteert, voldoening gevend aan het hele bestaan, en die macht heeft over alles; Hij is het die ons de manieren toont om toevlucht te zoeken in Hem terwijl hij de sluiers enigszins voor onze ogen weghaalt, om ons te herinneren aan onze triviale aard, onze ontoereikendheid en tegenstrijdigheden. Hij is het die de allerhoogste heerser van de eeuwigheid is en degenen doet ontwaken die zigzaggen tussen het verleden en het heden, worstelend met de oeverloze lusten en hunkeringen die voortkomen uit de menselijke aard.
Aangezien de hele schepping getuige is van dit al, bid ik:
O Koning der Koningen, wiens tekens van Heerschap wij ontvangen via de ketting rond onze nek! Laat ons onze dienstbaarheid naar U ten volle beseffen en voltrek uw vonnis over hen die Uw zegeningen gebruiken voor roekeloos gedrag en kwaadaardige doelen.
Alle eindeloze schaduwen en schakeringen uit de dimensie van goddelijke genade en zegeningen, stilzwijgend aanwezig in het menselijk bewustzijn, met hemelse vreugde het hart in stromend op verschillende golflengten, al voor het betreden van de Hemelen- al deze eindeloze schaduwen en schakeringen komen voort uit de goddelijke gratie en genegenheid, waarvan de kwaliteit en kwantiteit onmeetbaar zijn. Indien er geen sprake zou zijn van goddelijke genegenheid voor ons, welk verschil was er dan tussen ons en het vlees dat bij de slager ligt? Hij verlevendigt niet alleen de aarde met donzige wolken, regen die in druppels op de aarde valt, stromende rivieren en bruisende zeeën, maar ook onze innerlijke wereld en vermogens door inspiraties, briesjes en voorjaar met goddelijke gratie.
Hij is het die de grond heeft geschapen samen met de rotsen, de aarde heeft gevuld met minuscule schepsels, waardoor alle uithoeken van de wereld worden omgetoverd in hemelse tuinen. Hij is het die de mens, die Hij heeft gecreëerd met vlees, bloed en botten, voorstelt aan de engelen en andere hemelse wezens, en hen ambities geeft, alsof het gaat om een race richting het goede. Hij is het die de weg vrij heeft gemaakt van de gang – die zich ook kan uitbreiden naar de beerputten – naar het Paradijs, en van de zevende hemel naar het aanschouwen van het goddelijke "aangezicht" en heeft getoond hoe kolen kunnen worden veranderd in goud.
O Barmhartige Koning, die opnieuw leven blaast in de rotsen en de bodem, en die met zijn barmhartigheid degenen wier zielen ook openstaan voor duivelsheden, de wereld van de engelen in leidt - rust ons uit met talenten die ons vermogen te boven gaan en help ons deze te ontwikkelen! Toon degenen die geen weet hebben van U, met zielen zo zwart als roet, hoe te veranderen in zielen gelijk een diamant, of veroordeel ze tot straf!
Indien de polsslag van de trouwe gelovigen zich nu versnellen door hoop, indien hun harten koppen met de opwinding van toekomstige gelukzaligheid, en hun geesten verrukt zijn door de schoonheden van de andere wereld, dan komt dit door de goddelijke briesjes die we in ons bewustzijn voelen, en doordat God ons bewust maakt van de goddelijke aanwezigheid in ieder stadium. Het licht in de hemelen en op aarde is van Hem; de openingen naar de schatkamers van zowel deze als de andere wereld zijn kleiner dan een sleutelgat in de deur van Zijn Koninkrijk. De materiële zaken die wij in deze wereld ambiëren, hebben voor God nog niet de waarde van de vleugel van een vlieg. Zelfs een deeltje van deze wereld - dat in zijn geheel in feite futiel is, maar aanzienlijk in waarde stijgt indien in overeenstemming met de Goddelijke principes - is groot genoeg om de weg vrij te maken naar eeuwige gelukzaligheid.
O Machtige Koning die - via Zijn Bestaan - alle bestaan onttrekt uit het niets, die een druppel water vult met de immensheid van de zee, en die een atoom de kracht verleent om de zon te zijn! Ieder ding en elk wezen, van al het levende tot al het levensloze, van de trouwe gelovige tot de niet-gelovige, van het bewuste tot het onbewuste, en van de gelukkigen tot de ongelukkigen, die onder Uw banier voortbestaan - moge deze banier zich altijd boven ons bevinden, en mogen wij altijd in de schaduw van het licht blijven leven dat schijnt vanuit Uw bestaan! Zonder Uw speciale Wil zou er niets zijn, de mensheid zou niet bestaan en het geloof zou onbereikbaar zijn. Uw bestaan zou niet waarneembaar zijn, en de gelukkigen die U hebt gezegend met een eindeloze diepte van geloof, zouden niet uitblinken.
U bent de bron van alle sprankelende en dovende lichtjes. Wij komen op de wereld, groeien op, en sterven, en U bent de Onontbeerlijke voorbij alle tijd en ruimte. U creëert ieder moment honderdduizenden schepsels, U manifesteert Uw zijn via hen, U herinnert ons aan Uw wil en kennis door de goddelijke wijsheid in Uw schepping. U vestigt de aandacht op Uw onvergankelijkheid door alles te laten evolueren en transformeren. De geheimen achter alle dingen en gebeurtenissen schuilen fluisterend in de oren van degenen die op weg zijn naar God, en vol vertrouwen praten zij over deze betoverende weg. Uw Naam is het meest dierbare in ons bewustzijn - moge deze onophoudelijk in ons hart verblijven! Uw Essentie is de enige lichtbron voor onze zielen. Onze harten, die iedere horizon hebben afgezocht naar de eeuwigheid - alsof zij zijn geprogrammeerd voor een bewustzijn van de eeuwigheid - schreeuwen het uit van de oneindigheid van Uw Barmhartigheid. De aarde krimpt ineen van dienstbaarheid en nederigheid naar U en begeeft zich, vanaf de eerste dag van haar schepping, op een gezegende weg: de hoogten en bergen zijn vol ontzag naar U, hun gereedheid voor Uw bevelen tonend. De rivieren buigen neer naar de grond, extatisch door de stroom van Uw licht, stromend vol leven, Uw schone naam uitroepend, de Al-Levende. Tuinen en boomgaarden, en vogels en kuikens haasten zich blijmoedig zodat ze de schoonheid van de manifestatie van Uw “gezicht” kunnen aanschouwen. Sneeuw en ijs, hagel en storm vergezellen de compositie van Uw grootsheid en eerbiedigheid. De lente en de herfst, en de nacht en de dag laten U geen moment onbenoemd in hun verschillende talen, veranderend van kleur van groen naar geel, wit en zwart.
Men is blind indien men geen weet heeft van U ondanks het aanschouwen van dit al, en ondankbaar indien men U niet bewondert in dienstbaarheid terwijl men gezegend wordt met Uw gunsten, overal en altijd. Als Uw dienaren is het onze plicht om ons U altijd te herinneren, en voor onze ziel is het een noodzaak om op elk moment en in iedere situatie toevlucht te zoeken in Uw aanwezigheid. Wat kunnen wij anders doen dan het tonen van ons ongenoegen en het opstaan tegen degenen die Uw barmhartigheid ontkennen. Het is de stem van ons bewustzijn en een plicht van een trouwe dienaar om de mensen die U niet bij naam noemen, niet bij naam te noemen.
O, eeuwige Koning, zelfs het stof van Uw deuropening is niets minder dan kohl poeder om in een fijne lijn om onze ogen aan te brengen! Wij zijn onophoudelijk onderweg sinds de dag dat we het besef kregen- of dachten te krijgen – dat we ons op Uw pad begaven, en ons hoofd op Uw drempel te ruste legden. Wij enthousiasmeren onze harten door Uw begeleiding en streven volhardend naar het zijn van Uw gast. Uw onophoudelijke zegeningen - die tevens een indicatie zijn voor Uw toekomstige zegeningen – vervullen onze hoop met zoveel vitaliteit dat we afstand nemen van alles en iedereen, en ons louter op U richten met verwachtingen die onze dromen overtreffen. Met de ketens van Uw Boodschapper om onze enkels en de ketting van de goddelijke wil om onze nek, zijn wij ijverig, vastberaden en gebonden door onze eed om geen enkele vreemdeling een haar op ons hoofd te doen roeren.
Zijn wij als geliefde duiven in Uw tuin, zegen ons dan met een eindeloze adem en een tong die eindeloos doorgaat met het uiten van dankbaarheid voor ons bestaan en alles wat u ons hebt gegeven! Wij voelen louter enthousiasme wanneer deze door u is opgewekt en ervaren louter gevoelens die U ons laat voelen. Alles wat niet afkomstig is van het Goddelijke verblijf beschouwen wij als onzin en bij alle tongen die niet spreken van U zoeken wij onze toevlucht in U. Indien dit alles voor U niet meer is dan een omschrijving van onze staat van zijn en van onze situatie, maak dan de knopen los in onze tongen, verhef onze spraak naar een hoger plan in de schaduw van Uw spraak, verleen onze harten standvastigheid, en verdiep en ondersteun onze ademhaling met Uw Goddelijke ademhaling. Wij hebben niets indien U het ons niet geeft; we kunnen geen woord uitbrengen als U ons niet laat spreken. Hoe kunnen onze armzalige vleugels in staat zijn om de horizon van Uw plezier te bereiken? Hoe kan dit arme hart zich openen voor de schatkamer vol kennis over U? Hoe kan deze arme tong toereikend zijn om U te eren? Wij krimpen ineen en schamen ons voor ons slechte gedrag en onze raspende stem, maar tegelijkertijd zijn wij vrij van zorgen omdat we ons wenden tot Uw immense goedheid en barmhartigheid. Onze zonden zijn van een zelfde orde als de rebellie van hen die in de aarde verzonken zijn; Uw vergevingsgezindheid is echter zo immens dat het alle fouten zal doen oplossen, en U bent dichter bij ons dan onze halsslagader. Laat ons niet toe als gevolg van onze opstandigheid, maar als gevolg van Uw vergeving; behandel ons niet met onze afstandelijkheid maar met de warmte van nabijheid. Laat ons Uw aanwezigheid voelen, troost onze zwakke harten, en koester onze zielen met Uw gunsten.
De weg voor ons is moeilijk begaanbaar en stijl: op iedere hoek wachten er vele kwaadaardige geesten op een ogenschijnlijke reden om aan te vallen, altijd woorden uitkramend in de sfeer van achteruitgang, krankzinnigheid en fundamentalisme, met vele middelen en macht in hun handen, en een veelheid aan intriges in hun geest. O God, indien we, op wat voor manier dan ook, tegen geloof, kennis, wetenschap of vooruitgang zijn - zoals sommigen beweren - behoed ons dan voor het inslaan van deze foute richting! Indien we hier niet goed genoeg voor zijn, neem ons dan tot U en open de weg voor degenen die vroom, verfijnd, intelligent en vooruitstrevend zijn! Indien degenen die over deze kwaliteiten beweren te beschikken het echter mis hebben, bevoorrecht dan degenen wier geesten openstaan voor geloof en verlossing met Uw begeleiding; doe de eenheid teniet van hen die hun afscheiding koppig volhouden, en die zich onophoudelijk bezighouden met het kwaad! Maak een eind aan hun plannen en laat hen in hun eigen valkuil vallen! Laat hen achter met ellende en verdriet! Behoed Uw trouwe dienaren en alle gelovigen voor de wandaden, minachting en plannen van dergelijke kwaadgezinde, uiterst boosaardige en demonische mensen!
- Aangemaakt op .