Gelovigen die als het ware voor God staan
Een gelovige is iemand die gelooft en vertrouwen heeft, iemand met vertrouwen in een zekere toekomst, en iemand die betrouwbaar is voor anderen. Hij of zij is een gedenkwaardig persoon en wordt gekenmerkt door een bepaalde distinctie van tegengestelde kleuren, waarbij de ene kleur zich in de andere bevindt. Alle handelingen van deze gelovigen zijn gebaseerd op de overtuiging dat God hen observeert; ze handelen altijd op verfijnde en hoffelijke wijze - zowel in het bijzijn van alleen God als in het bijzijn van anderen - hetgeen door iedereen bewonderd en benijd wordt. Hun gevoelens zijn diep en groot, en ze staan op beleefdheid; goed gedrag, respect en vriendelijkheid zijn hun belangrijkste instrumenten. Zelfs al staan hun levens op het spel, of worden ze geconfronteerd met onderdrukking of laster, ze verlagen zich nooit tot grof gedrag en handelen slechts uit rechtmatige zelfbescherming. Gelovigen zijn uitzonderlijk in hun soort, zij spreiden een elegantie en diepgang tentoon die voortkomt uit het besef van hun status als dienaar van God - ze zijn zowel vriendelijk als voorzichtig en ze zijn zich volledig bewust van wat ze zeggen en doen; lichtzinnigheid gaan zij te allen tijde uit de weg, ze blijven kalm en voorkomend en openen hun genereuze hart naar iedereen.
Gelovigen hebben harten die rijk en groot zijn, en over genoeg ruimte en voortvarendheid beschikken om iedereen te verwelkomen. Ze hebben tonnen met liefde te geven en omarmen iedereen met compassie. Zij delen de zegeningen van hun nabijheid tot God met degenen wier pad het hunne kruist, en trachten hun zielen te inspireren. Soms ziet men hen vreugdevol, bijna bedwelmd door hun dromen over de dag dat zij de Waarheid zullen ontmoeten; andere keren zijn ze bijna bang voor het Goddelijke, trillend bij de gedachte aan zo'n grootse hereniging. Ze kijken door de mist en rook van haat en wraak; ze zijn ongevoelig voor de donder, storm en golven van jaloezie of laster die zich stukslaan op hun ziel, en laten zich niet van hun stuk brengen door ellende die wordt veroorzaakt door negatieve omstandigheden. Ze bevinden zich in groots Gezelschap, en alle tegenstrijdigheden worden uit hun gedachten verwijderd - hun harten, zielen en gevoelens zijn helder en zuiver. Heus, voor hen die zichzelf diverse malen per dag ontdoen van onzuiverheden bestaat er geen andere staat van zijn. Er is geen ruimte voor scheuren in het canvas van hun verfijnde ziel zolang hun innerlijke ruimte is gevuld met gelukzaligheid die neerdaalt vanuit het hiernamaals; hun gedrag correspondeert met de rijkheid en wijsheid ervan. Hun pad is stevig geplaveid, hun bestemming groots. Zij verbinden zich met hun lot en erkennen de groten als groots en de minder groten als rozen waaraan met compassie geroken dient te worden. Alles is op feilloze wijze ingedeeld in de taxonomie van waarden.
Gelovigen houden gepaste afstand van plannen en projecten die niet gerelateerd zijn aan hun hoge idealen, van verwarrende gedachten die niet leiden naar de Almachtige, van godslasterlijk gedrag, of lege woorden en meningen. Wanneer zij zwijgen zijn hun gedachten actief; hun woorden zijn onvergetelijk en al hun innerlijke en uiterlijke vermogens worden ingezet ten behoeve van Hem. Ze zijn gedienstig, zo diep en zuiver als een engel, klaar om omhoog te vliegen. Hun motivatie is ongelooflijk diepgaand maar altijd met respect naar het Verheven Station waarop zij gericht zijn; ze zijn verstandig genoeg om geen prioriteit te geven aan hun persoonlijke plannen of projecten. Hun ogen zijn gericht op de horizon, hun inspanningen zijn krachtig genoeg om bergen te verzetten. Gelovigen zijn mannen en vrouwen met inzicht, en terwijl ze worden gedreven door een intens verlangen om de prachtige wegen van het geloof aan anderen over te brengen, zijn ze zich ook bewust van de nodige subtiliteit waarmee hun werk gepaard moet gaan.
Gelovigen zorgen ervoor dat hun korte levens lang genoeg zijn om aan deze wereld te bouwen en in de volgende te investeren. Ze verspillen geen fractie van de vele aangeboren vermogens waarmee ze gezegend zijn; ze houden zich niet bezig met onzinnige dingen die voor deze wereld en voor de volgende wereld betekenisloos zijn. Ze zijn bereid om alles waarmee ze gezegend zijn weg te geven voor om Hem te behagen terwijl ze nauwgezet in de gaten houden dat er niets verloren gaat. Ze gaan prat op gerechtigheid en houden nauwlettend in de gaten wat er rechtmatig, en wat er verboden is. Alles wat ze doen staat in het teken van het doen rijzen van de glorie van Zijn naam, zodat al hun handelingen verworden tot hemelse watervallen en rivieren. Ze leven op voorzichtige en bedachtzame wijze, immer zoekend naar middelen om een druppel te doen veranderen in een oceaan, of om de zon op te wekken met louter een atoom. Ze streven ernaar vergankelijke zaken te vereeuwigen.
Gelovigen hebben lief in Zijn naam; zij ademen liefde en doen liefde overal ontbranden. Ze haasten zich met het stoppen van lijden, ze verstrekken tegengif bij pijn. Ze transformeren geween in gelach, geklaag in eerbied, en donderstormen in briesjes van plezier. Ze schreeuwen om het schreeuwen van de wereld te stoppen en hun tranen stromen als rivieren. Ze ontwikkelen slechts zelfvertrouwen wanneer het iets betekent voor anderen, waarmee ze meer waarde hechten aan "ons" dan aan "mij." Ze zijn niet egoïstisch maar altruïstisch; ze verliezen zich niet in hun lichamelijkheid maar zijn zielvol en doordrongen van de waarheid die alles overstijgt. Ze staan niet toe dat hun harten verborgen blijven in hun lichaam, of dat hun zielen bedolven raken onder het vlees. Ze zoeken naar een profetische waardigheid, en bescherming tegen de zonde. Gelovigen zijn kampioenen in discipline en tevreden met het genot en de smaken binnen het rechtmatige terrein – zij stijgen boven hun lichamelijk zelf en hun sensualiteit uit, bereiken de horizon van hun ziel en overwinnen elk obstakel met één enkele beweging, ter wille van God.
Gelovigen zijn zo vastberaden om goed gedrag aan de dag te leggen en wangedrag te vermijden dat ze zich bijna op het niveau van engelen bevinden, die zeggen: Geprezen zijt U (omdat U boven alle gebreken en betekenisloosheid staat, en alle attributen van perfectie behoren U toe). Buiten hetgeen wij van U geleerd hebben, beschikken wij over geen kennis. U bent de Alwetende, de Alwijze" (Koran 2:32). Deze gelovigen gebruiken de kwaliteiten waarmee zij gezegend zijn nooit in strijd met het doel van hun schepping; zij zijn loyaal en in ruil daarvoor eert God hen met Zijn gezelschap. Het bestaan op zich is een vertrouwen dat aan ieder individu is gegeven, en dit moet met nobele menselijke waarden worden geëerd. Streven naar de Hemel, het besef van de methode om hetzelfde te bereiken en de capaciteit hiervoor, en het in potentie in staat zijn tot een ontmoeting met Zijn schoonheid - stuk voor stuk uitingen van vertrouwen verleend aan de mensheid om haar op het pad te zetten dat is bepaald door de Almachtige Schepper. Het begaan van zonden, afwijken van het pad, en het leiden van een leven vol sensualiteit zijn verraderlijke daden die dergelijke aangeboren zegeningen vernietigen; zij plezieren de duivels en beschamen de bewoners van het Goddelijke Verblijf.
Volwassen gelovigen gebruiken hun gaven voor het bereiken van een diepere laag van het dienaarschap naar God, Zijn nabijheid, en Zijn welbehagen, als een indicatie van hun ware identiteit. Degenen met een zwak of afwezig zijnd geloof kunnen de gaven of hun betekenis niet bevatten, en kunnen er dus niet van profiteren in het licht van het geloof, goddelijk begrip, en liefde; secundaire en eeuwige gunsten zullen hen worden onthouden.
Deze laatste groep hecht niet alleen geen waarde aan het hiernamaals, de leden ervan voelen ook veel onvrede in dit leven. Ze zijn gedoemd veel bijkomende problemen te verduren en hun gebrek aan vertrouwen leidt tot depressie. Ze verstoren hun innerlijke vrede met hysterie en paranoia, en transformeren deze wereld, de doorgang naar de verlichte dimensies van het hiernamaals, tot een Hel. Ze zijn niet in staat om werkelijk te houden van anderen, zij haten anderen, en haat is wat zij in ruil hiervoor zullen ontvangen. Zij folteren zichzelf met hebzucht en jammeren over alles waar zij naar hunkeren maar niet kunnen krijgen. Zij huiveren van doodsangst en ondergaan vele ingrepen om langer te kunnen leven, wat veelal leidt tot gezondheidsproblemen op geestelijk en lichamelijk gebied. Wit wordt zwart, goed wordt slecht, en vice versa. Degenen die niet hetzelfde denken als zij, zijn vijanden en verraders. Ze worden geteisterd door nachtmerries over verraad, wat nog meer lijden met zich meebrengt, daar de zaden van de Hel de ervaring van de werkelijke Hel vervroegen.
Ware gelovigen, echter, halen alles uit de hun toebedeelde gunsten, zoals een handjevol granen zeven, zeventig, of zelfs zevenhonderd keer zoveel granen oplevert. Elk van deze gunsten verwordt tot een ladder die leidt tot Hem, een opstapje naar Zijn goedgezindheid. Dan schrijden de gelovigen voort naar hun bestemming samen met de erfgenamen van de Hemelen.
- Aangemaakt op .