Fethullah Gülens Onderwijsmethode in Zijn Privékring
1. Inleiding
De geschiedenis heeft grote denkers voortgebracht, die verantwoordelijk waren voor de menselijke beschaving en die ons langs nieuwe wegen leidden met hun ideeën en projecten die een universeel bereik hebben. Er zijn ongeveer net zoveel leiders geweest, die met hun acties de loop van de geschiedenis hebben veranderd. Zeldzaam echter is het aantal dat in staat is gebleken hun ideeën werkelijk in de praktijk te brengen en een briljant nieuw model heeft ontwikkeld dat navolging heeft gevonden. In onze tijd is Fethullah Gülen één van de meest vooraanstaande personen van hen die de hele mensheid hebben omarmd met hun ideeën en daden. In verschillende delen van de wereld zijn symposia en paneldiscussies gewijd aan de verkenning van zijn ideeën en activiteiten, en hij was onderwerp van vele academische onderzoeksprojecten.
In de talloze boeken en artikelen van zijn hand, en in zijn toespraken, conferenties en interviews, presenteert Fethullah Gülen zich als een geleerde die beschikt over een grote hoeveelheid kennis, wijsheid en cultuur. Bovenaan de lijst staan zijn werken over basisdisciplines van de islam, zowel klassiek als modern. Hieronder vallen tafsier (Koranexegese), sierah (het leven van de Profeet en relaties met niet-moslims), fikh (jurisprudentie), tasawwoef (islamitische mystiek), en kalam (systematische islamitische theologie), die zijn gevoed door, en ontwikkeld uit de twee basisbronnen van kennis voor de islam: de Koran en de hadieth. Fethullah Gülens werk laat ook zijn immense kennis zien over de geesteswetenschappen, van literatuur, geschiedenis, sociologie en Oost-West klassieke werken, tot filosofie en de geschiedenis van de wetenschap en het denken.
In zijn boeken, artikelen, opgenomen toespraken en preken, en de interviews met hem, blijkt dat hij het werk heeft bestudeerd van zowel Oosterse denkers als Roemi, Sadi, Hafiz, Moella Djamie, Firdawsi en Anwari, als van vele Westerse denkers als Shakespeare, Balzac, Voltaire, Rousseau, Kant, Zola, Goethe, Camus en Sartre; dat hij het werk van Bernard Russell tot Pushkin, Tolstoy en vele anderen heeft gelezen; dat hij put uit een heel scala aan bronnen zoals de methode van Bacon en de wiskundige logica van Russell; en dat hij de werken heeft bestudeerd van belangrijke hoekstenen van Westerse ideeën en cultureel leven zoals Pascal, Hegel en Dante. Tegelijkertijd heeft hij het werk van vele grote schrijvers uit de Turkse literatuur gelezen en aan een diepteanalyse onderworpen, waaronder het werk van Fuzuli, Baki, Nef’i, Şeyh Galip en Leyla Hanım, en moderne schrijvers en dichters als Namık Kemal, Şinasi, Tevfik Fikret, Mehmet Akif Ersoy, Yahya Kemal, Necip Fazıl, Nureddin Topçu, Cemil Meriç en Sezai Karakoç.
Voordat we verdergaan met de boeken en onderwijsmethoden van Fethullah Gülen in verschillende islamitische disciplines, lijkt het me nuttig om eerst globaal te vertellen wat voor soort onderwijs hijzelf heeft genoten en welke boeken hij toen las, voor zover ik dit heb weten te achterhalen. Dr. Ahmet Kurucan heeft dit onderwerp deels behandeld in het voorwoord van Fethullah Gülens boek ‘Fasıldan Fasila 1’, dat in het Turks is gepubliceerd. Zijn eigen opleidingsachtergrond speelt zeker een rol in zijn keuze van de boeken die hij tegenwoordig gebruikt bij zijn onderwijs. De titels van enkele van deze boeken zijn eerder genoemd door Professor Ibrahim Ghanim Bayyumi in de conferentie ‘Future of Reform in the Muslim World: Comparative Experiences with Fethullah Gülen’s Movement in Turkey’ (Cairo, October 19–21). Hier bleek dat Fethullah Gülens model is gebaseerd op de Koran en de soenna.
2. Fethullah Gülens eerste onderwijs
Nadat de Ottomaanse madrasa’s (traditionele scholen) hun deuren sloten in 1924, bleven op verschillende plekken in Anatolië de onderwijzers uit dit systeem Arabische grammatica en religieuze rechtswetenschappen onderwijzen op de klassieke manier van het madrasa-systeem. Zodoende kreeg Fethullah Gülen zijn eerste onderwijs op deze manier in zijn jeugd in Erzurum, een provincie in Oost Turkije.
De werken die hij toen bestudeerde, kunnen worden onderverdeeld in twee studiegebieden: ten eerste de Arabische grammatica en retoriek (balagat), en ten tweede de verschillende islamitische disciplines.
Op het gebied van morfologie in de Arabische grammatica (woordkennis, woordanatomie), bestudeerde hij Amsila, Bina, Maksoed, Izzi en Marah; en op het gebied van grammatica en syntaxis bestudeerde hij Awamil, Izhar, Kafiya, en Moella Djamie. Van de genoemde werken leerde hij Awamil en Kafiya uit zijn hoofd.
Op het gebied van islamitische disciplines las hij Moeltaka al-Abhoer over rechtswetenschappen, Mir’at al-Oesoel over de methodologie van jurisprudentie, Talkhis over de wetenschap van de retoriek, Moekhtasar al-Ma’ani, en het complete boek over retoriek van Majm’al-Mutun. Tevens bestudeerde hij Üshi’s Bad al-Amali in de interpretatie van Aliyy al-Qari en Kadi Bajdawi’s Tawali al-Anwar over de discipline van systematische theologie. Van de boeken die hij gelezen heeft, leerde hij de teksten van Talkhis en Bad al-Amali uit zijn hoofd.
Van de exegetisch werken bestudeerde hij Djalalajn en Kadi Bajdawi’s Anwar al-Tanzil, en op het gebied van de wetenschap van de logica bestudeerde hij Mughni al-Tullab en imam Busiri’s Kasida al-Boerda met commentaar van Kharboeti.
De onderwijsmethode van deze boeken was als volgt: Amsila werd door de leerling tot in de details uit het hoofd geleerd. Bina, Maksoed en Izzi werden eerst door de leermeester in de klas gelezen, en waar nodig werden bepaalde zaken nader verklaard. De leerling herhaalde de les van de vorige dag voor de leraar en gaf een samenvatting van de ideeën. De onderdelen en subonderdelen van Bina, en de werkwoordsvormen en vervoegingregels in Maksoed, werden volledig uit het hoofd geleerd.
De leermethoden van de syntaxisboeken Awamil, Izhar, Kafiya, en Moella Djamie was hetzelfde. De leerling herhaalde de vorige les voor de leermeester en presenteerde een samenvatting van de ideeën hieruit. De teksten van Awamil en Kafiya werden uit het hoofd geleerd. De leerlingen werden geacht Izhar te kennen en te presenteren als een opvatting.
Na het bestuderen van de grammaticaboeken Amsila, Bina, Maksoed en Izzi, begon Fethullah Gülen aan de syntaxisboeken. Nadat hij klaar was met Awamil en Izhar, liet zijn leraar hem Kafiya overslaan, zodat hij zich kon voegen bij de leerlingen die Moella Djamie bestudeerden. Ondanks zijn vrijstelling van Kafiya, leerde Fethullah Gülen het boek uit zijn hoofd. Zijn leraar vond het niet nodig dat Fethullah Gülen na Moella Djamie de boeken bestudeerde, en gaf hem Moekhtasar al-Ma’ani, een boek over retoriek, en vroeg Fethullah Gülen om tegelijkertijd de tekst van Talkhis uit het hoofd te leren. Het was destijds in het madrasa-systeem gebruikelijk dat een leerling die een boek van een hoger niveau bestudeerde, toezicht hield op een leerling die een boek van een lager niveau bestudeerde. Een leerling die zo een les vele malen begeleidde, leerde die hierdoor uiteindelijk uit zijn hoofd. Fethullah Gülen vertelt dat hij zelfs de voetnoten uit zijn hoofd kende.
Fethullah Gülen studeerde, onder zeer moeilijke omstandigheden in zijn jeugd in Erzurum, volgens genoemde methode. In zijn latere carrière onderwees hij nieuwsgierige en gretige studenten op de locaties waar hij was aangesteld. Via anderen of uit dossiers heb ik de volgende boeken kunnen achterhalen, die ingedeeld zijn op genre. Deze lijst is wellicht niet volledig, maar ik hoop echter dat het als materiaal mag dienen voor een uitgebreider onderzoek in de toekomst.
3. Boeken die Fethullah Gülen gebruikte bij het onderwijs
3.1. Exegese (tafsier)
Hieronder de boeken over exegese die door Fethullah Gülen zijn onderwezen en waarover hij zei: “Hoewel iedereen die de taal kent iets van de Koran zal kunnen begrijpen, kan een ware en volledige betekenis slechts worden doorgrond door deskundigen op het gebied van verklaring en interpretatie (tafsier en ta’wil), die het vereiste en juiste niveau hebben bereikt.”[1]
1. Tafsier al-Djalalajn. Dit zeer korte en vloeiend geschreven werk uit één deel, is begonnen door Djalal al-Dien al-Mahalli (864/1459) en voltooid door Djalal al-Dien al-Soejoeti (911/1505). Het werk is middels de titel opgedragen aan de twee auteurs; ‘De tafsier van Twee Djalals’.
2. Nasir al-Dien Abdoellah ibn Oemar al-Bajdawi’s (864/1286) exegese getiteld ‘Anwar al-Tanzil wa Asrar al-Ta’wil’ (tweedelig). Dit werk is beter bekend als Bajdawi’s tafsier. Het is een beroemde, korte, kernachtige exegese die de visies samenvat van vertolkers die de nadruk leggen op de wonderlijke literaire vloeiendheid van de Koran.
3. Aboe al-Fida ibn Kathiers (774/1341) interpretatie ‘Moekhtasar Tafsier al-Qoer’an al-Azim’ (driedelig), die door Mohammed Ali al-Saboeni is samengevat. Het is één van de belangrijkste tafsier-werken en het verklaart de Koran door te verwijzen naar de Koran en hadieth, en naar wat de metgezellen (Sahaba) en de Opvolgers (Tabi’oen) volgens de overlevering hebben gezegd. Fethullah Gülen heeft deze tafsier door de jaren heen meerdere malen aan verschillende groepen leerlingen onderwezen.
4. De inleiding van Zamachsjari’s (538/1143) exegese, getiteld ‘Al- Kashshaf an Haqa’iq al-Tanzil’.
5. Sayyid Qoetoebs (1966) ‘Fi Zilal al-Qoer’an’ (zesdelig). Dit is een tafsier die geschreven is met literaire, sociologische en psychologische diepgang en een belangrijke bijdrage levert aan het begrijpen van de Koran. Vaak kon Fethullah Gülen zijn tranen niet bedwingen wanneer hij dit werk aan zijn leerlingen onderwees. Hij benadrukte bij tijd en wijle echter dat hij het niet altijd eens was met Qoetoebs interpretatie, waarvan hij de oorzaak zocht in de totaal verschillende omstandigheden waaronder Qoetoeb leefde.
6. Mohammad Ali al-Saboeni’s (tijdgenoot) ‘Rawa’i al-Bayan Tafsier Ayat al-Ahkam’ (tweedelig). Dit is een juridische exegese die een nieuwe methode en structuur van beoordelen van de juridische verzen presenteert.
7. Said Nursi’s (1960) ‘Isjarat al-I’djaz fi Mazann al-Idja’z’. Deze originele tafsier interpreteert het hoofdstuk Al-Fatiha en Al-Bakara tot aan vers 32. Fethullah Gülen heeft deze exegese verschillende keren met zijn leerlingen gelezen in de originele uitgave in het Arabisch.
M. Elmalılı Hamdi Yazırs (1942) ‘Hak Dini Kur’an Dili’ (negendelig). Fethullah Gülen zei over deze interpretatie: “De interpretatie van Yazır is nooit geëvenaard, zelfs niet door de Arabische interpretaties, en zelfs niet door ‘Mafatih al-Ghayb’ (Tafsier al-Kabir) van de grote vertolker Razi, waaruit Yazır zelf in zijn exegese ‘Hak Dini Kur’an Dili’ veelvuldig heeft geciteerd.”[2] Voorheen onderwees hij deze interpretatie door zijn leerlingen er een samenvatting van te laten maken. Sinds kort heeft hij het weer samengevoegd met zijn tafsier-lessen, als aanvulling op de volgende interpretaties: imam Matoeridi’s ‘Ta’wilat al-Qoer’an’, Zamachsjari’s ‘Al-Kashshaf’, Razi’s ‘Mafatih al-Ghayb’, Bajdawi’s ‘Anwar al-Tanzil wa Asrar al- Ta’wil’, Aboe Hayyans ‘Bahr al-Moehit’, Aboe al-Soeds ‘Irshad Aql al-Salim ila Mazay al-Kitab al-Karim’, Tantawi Djawhari’s ‘Al-Djawahir fi Tafsier al-Qoer’an al- Karim’, Sayyid Qoetoebs ‘Fi Zilal al-Qoer’an’, Moella Badr al-Dien Sanjars ‘Abda al-Bayan’, en Said Nursi’s Risale-i Noer collectie.
8. Ibn Bazish’s (1145), ‘Al-Ikna’ fi al-kiraat al-Sab’a’ (tweedelig). Dit werk geeft uitleg over beroemde soorten van Koran-recitatie die via een betrouwbare keten van overlevering is doorgegeven. Fethullah Gülen legt veelvuldig de nadruk op het belang voor een moslim om de Koran te kunnen reciteren, in ieder geval op een acceptabel niveau voor het gebed. En hij zegt dat recitaties en soortgelijke voordrachten een belangrijke verrijking vormen voor de op openbaring gebaseerde islamitische cultuur waarin nieuw leven geblazen moet worden. Hij bestudeerde deze boeken samen met zijn leerlingen opdat de recitaties in iedere geval in theorie beheerst zouden worden.
9. Imam Matoeridi’s (333/944), ‘Ta’wilat al-Koer’an’. Deze exegese bestaat uit de interpretaties van imam Matoeridi, de belangrijkste imam in akida (islamitische geloofsleer) en kalam (theologie) in de heersende stroming van de islam. Zodra dit werk werd uitgegeven, begon Fethullah Gülen met het lesgeven hieruit.
Behalve deze exegetische werken, gaf Fethullah Gülen les uit Mohammed Abd al-Azim al-Zarqani’s (1367) ‘Manahil al-Irfan’ (tweedelig) over de methodologie van exegese. Als aanvulling op de lessen over de voormalige methoden van exegese, is dit een nuttig werk met een nieuwe methode en benadering, dat vele vragen van deze tijd beantwoordt.
3.2. Hadieth
1. Meerdere malen gaf Fethullah Gülen les uit Mohammed ibn Ismail Boecharie’s (194/810) verzameling getiteld Sahieh al-Boecharie, die bekend staat als het meest authentieke werk na de Koran. In Fethullah Gülens lessen over Boecharie lazen de leerlingen soms Boecharie’s eigen tekst, en andere keren liet hij het werk van Boecharie bestuderen in het licht van verschillende interpretaties ervan, zoals:
- Qastallani’s (923/1517), ‘Irsjad al-Sari li Sharh Sahieh al-Boecharie’. Dit boek werd ook onderwezen in de Ottomaanse madrasa’s. Het bevat belangrijke kennis over veel namen, termen en verschillende uitdrukkingen van een aantal profetische overleveringen die in het werk van Boecharie worden genoemd.
- Badr al-Dien al-Ayni’s (855/1451) ‘Oemdat al-Kari fi Sharh Sahieh al-Boecharie’ (twintig delen). Dit is één van de belangrijkste Boecharie-interpretaties. Het is ook de meest uitgebreide interpretatie van Boecharie op het gebied van vertelling en verificatie, en de best gestructureerde interpretatie in termen van onderzoek en analyse. Het werk bevat tevens de visies van de verschillende scholen, gebaseerd op de Hanafi-stroming. Terwijl Fethullah Gülen Boecharie’s teksten met zijn leerlingen bestudeerde, volgde hij deze interpretatie. Voor zover ik weet, heeft hij ‘Oemdat al-Kari’ twee keer in verschillende perioden bestudeerd, met verschillende groepen leerlingen.
- Ibn Hadjar al-Asqalani’s (852/1448) ‘Fath al-Bari fi Sharh Sahieh al-Boecharie’. Dit boek wordt beschouwd als de beste Boecharie-interpretatie op het gebied van kennis van hadieth, de schoonheid van het taalgebruik, en de onovertroffenheid in de verklaring van het doel. Het is de bekendste Boecharie-interpretatie en bestaat uit veertien delen. Fethullah Gülen heeft dit werk met zijn leerlingen van het begin tot het eind gelezen, met speciale verwijzingen naar de keten van overdragers.
2. Aboe al-Husayn Moeslim ibn al-Hadjdjadj’s (261/874) ‘Al-Moesnad al-Sahieh’ (vijfdelig), een hadieth-verzameling met de naam ‘Sahieh’. De structuur is perfect, en het werk is beroemd om de systematische presentatie van verschillende variaties van hadieth.
3. Aboe Dawoed al-Sidjistani’s (275/888) ‘Soenan’ (vierdelig). Soenan is een algemene naam voor exclusieve hadieth-boeken met als belangrijkste kenmerk dat ze ook juridische hadieth bevatten die zijn ingedeeld naar juridische kwestie. Eén van de belangrijkste soenans is die van Aboe Dawoed. Fethullah Gülen heeft dit boek in verschillende perioden onderwezen vanuit de volgende interpretaties:
a. Khalil Ahmad al-Saharnafoeri’s (1346/1927) ‘Badhl al-Majhud fi Hall Abi Dawoed’ (tiendelig) is een interpretatie met de Hanafi-school als uitgangspunt die hadieth- en fikh-disciplines combineert. En die aan hadieth gerelateerde onderwerpen behandelt op een manier die overeenkomt met de klassieke hadieth-methodologie. Het werd gebruikt als een tekstboek: de leerlingen lazen de hadieth en Fethullah Gülen las de relevante passages uit de interpretatie.
b. Mahmoed Mohammed Khattab al-Soebki’s (1352/1933) ‘Manhal al-Azb al-Mawroed Sharh Soenan Abi Dawoed’ (tiendelig). Deze interpretatie van Aboe Dawoed bevat visies van verschillende juridische denkscholen. Het is een zeer systematisch en goed gestructureerd werk. Het is echter niet helemaal afgemaakt. Fethullah Gülen heeft Aboe Dawoeds Soenan met een groep leerlingen tot een bepaald punt gelezen met behulp van deze interpretatie.
4. Mohammed ibn Isa ibn Thawrah al-Tirmidhi’s (279/892) ‘Soenan Tir-midhi or al-Djamie’. Fethullah Gülen onderwees dit hadieth-boek samen met de interpretatie van Mohammed Abd al-Rahman b. Abd al-Rahim al-Moebarakfoeri (1353/1934), getiteld ‘Toehfat al-Ahwadhi’ (tiendelig). Zo nu en dan uit Moebarakfoeri zijn kritiek op de Hanafi-stroming. Op Fethullah Gülens verzoek presenteerde een leerling deze hoofdstukken in een samenvatting, of door de tekst te lezen samen met ‘I’lau al-Soenan’, of Tahanawi, een goed onderbouwd boek over de juridische Hanafi-ideeën.
5. Malik ibn Anas, (179/795) ‘Al-Moewatta’ (tweedelig). Het is één van de eerste classificatiewerken (moesannaf) ingedeeld op fikh-onderwerpen. Dit werk is van groot belang omdat het vertellingen bevat die mawkoef en maktoe zijn, naast andere die marfoe zijn.[3]
6. Ahmad ibn Ali ibn Shoe’ayb al-Nasa’i, (303/915) ‘Soenan’ (tweedelig). Dit werk staat bekend om de structuur en de subtiele nuances in de vertellingen en, nog belangrijker, om de nadruk die het legt op de vertellers en het kiezen van de meest betrouwbare vertellers, volgens de auteurs eigen criteria.
7. M. Ali Nasif (tijdgenoot), ‘Al-Tadj al-Djamie’ (5 volumes). Dit boek is een verzameling van hadieth, verdeeld in juridische hoofdstukken, die de auteur heeft gekozen uit de selecties van Boecharie, Moeslim, Aboe Dawoed, Tirmidhi, en Nasai. De onderwerpen die hij in deze vijf boeken niet kon vinden, heeft hij geselecteerd uit Ahmed ibn Hanbals ‘Moesnad’, imam Maliks ‘Moewatta’, Ibn Madjah’s ‘Soenan’ en Hakim’s ‘Moestadrak’. Dit boek werd door Fethullah Gülen aan verschillende groepen onderwezen.
8. Moertada al-Zabidi (1205/1790), ‘Oeqoed Djawahir al-Moenifa’ (tweedelig). Dit boek bespreekt de verschillende hadieth die gebruikt worden in de juridische conclusies van de Hanafi-stroming, zoals die te vinden zijn in ‘Koetoeb al-Sitta’. Fethullah Gülen laat geen gelegenheid onbenut om dit boek aan te raden.
9. Ali al-Moettaqi (975/1567), ‘Kanz al-Oemmal’ (zestiendelig). Dit werk bestaat uit meer dan 46000 hadieth en is daarmee één van de grootste verzamelingen hadieth tot nu toe. Fethullah Gülen heeft ooit eens tien delen van dit werk met zijn leerlingen behandeld in de maand van de Ramadan, en de resterende 6 delen in de zes maanden die volgden.
10. Zakariya al-Nawawi’s (676/1277) ‘Riyad al-Salihien min Kalam Sayyid al-Moersalien’. Wanneer Fethullah Gülen dit werk onderwees, focuste hij op de veelomvattende hadieth die met ieder onderwerp verband hielden en liet zijn leerlingen deze uit hun hoofd leren. Het aantal hadieth dat uit het hoofd geleerd moest worden is ongeveer 550.
11. Kadi Iyad (544/1149), ‘Al-Shifa bi ta’rif hoeqoeq al-Moestafa’ (tweedelig). Dit beroemde boek geeft informatie over de verschillende kwaliteiten van de Profeet en leert ons hoe we ons respect en goede manieren eigen kunnen maken terwijl we hem herdenken.
12. Mohammed Foead Abd al-Baqi (1388/1968), ‘Al-Loe’loe wa al- Mardjan’ (tweedelig). Dit werk bestaat uit hadieth waarover Boecharie en Moeslim het eens zijn en die als meest betrouwbaar worden beschouwd.
Behalve deze werken onderwees Fethullah Gülen uit Ahmed Mohammed Shakirs ‘Al-Ba’is al-khasis’; een werk dat bestaat uit Ibn Kathiers ‘Ikhtisar Oeloem al-Hadieth’, verrijkt met voetnoten. Verder geeft hij aan dat het werk van de Ottomaanse geleerde Ahmed Naim, ‘Tecrid-i Sarih Mukaddimesi’ (dat tijdens het begin van de Turkse republikeinse periode is gemaakt) erg belangrijk is geweest, en hij raadt het aan al zijn leerlingen aan.
3.3. Jurisprudentie (fikh)
“Onze beschaving is een eeuwenlange cultuur van jurisprudentie, en de methodologie ervan nodigt iedereen uit in haar kring van ideeën, intelligentie, logica en redenering.”[4] Dit citaat van Fethullah Gülen accentueert de belangrijke plek die deze discipline inneemt. Hij wees naar de horizon in naam van wat er gedaan moet worden en hij zei: “De studies naar de methodologie van jurisprudentie in onze geschiedenis, zijn het belangrijkste uitgangspunt om het meest perfecte juridische systeem en de meest onfeilbare rechtswetenschap te ontwikkelen, die op iedere eeuw van toepassing zal zijn.”[5]
Fethullah Gülen vindt dat er aan de methodologie van jurisprudentie onvoldoende waarde wordt toegekend. En dat er zonder de kennis van methodologie onvermijdelijk sprake zal zijn van tegenstelling en dat deugdelijke ideeën onmogelijk zijn. Hij vindt dat men minimaal dertig boeken over dit onderwerp gelezen moet hebben. Hieronder volgen boeken die Fethullah Gülen in zijn lange loopbaan als leraar heeft onderwezen:
1. Koedoeri (d. 428/1037), ‘Moekhtasar’ (1 deel). Dit is één van de fundamentele boeken over de juridische Hanafi-stroming.
2. Aboe al-Fadl al-Mawsili, (683/1284) ‘Al-Ikhtiyar li ta’lil al-Moekhtar’. Dit is een interpretatie van Moekhtar die één van de basisteksten is van de juridische Hanafi-stroming. Het werk bevat bewijzen van en oorzaken voor juridische beoordelingen voor de methodologie van jurisprudentie. Fethullah Gülen heeft dit boek twee keer onderwezen.
3. Aboe al-Hasan Boerhan al-Dien al-Marghinani (593/1197), ‘Al- Hidaya’ (tweedelig). Dit is één van de beroemdste en belangrijkste juridische teksten binnen de Hanafi-stroming. Het werd als één van de hoekstenen van de jurisprudentie eeuwenlang onderwezen in de Ottomaanse madrasa’s. Fethullah Gülen heeft deze belangrijke juridische tekst drie keer onderwezen aan verschillende groepen leerlingen, samen met de beroemde interpretatie van de ‘Al-Hidaya’ geschreven door Kamal ibn al-Hoemam (861/ 1457), getiteld ‘Fath al-Qadir’.
4. Ala al-Dien ibn Abd Zadah, (1306/1889) ‘Al-Hadiyyat al-Aliyyh’. Een zeer kernachtig boek dat onderwerpen bevat die verband houden met takken in deze discipline in de lijn van de Hanafi-stroming.
5. Ibrahim ibn Mohammed al-Halabi (956/1549), ‘Moeltaqa al-Abhoer’. Dit werk is gestructureerd volgens de qawl al-asahh (de meest authentieke visie) van de Hanafi-stroming en werd als tekstboek gebruikt. Het werd lange tijd gebruikt in het traditionele Ottomaanse onderwijs.
6. Wahba Zoehayli (tijdgenoot), ‘Al-Fiqh al-islami wa Adillatoehoe’ (negendelig). Dit werk is een juridische encyclopedische tekst die door een tijdgenoot volgens de goed gefundeerde benaderingen van verschillende heersende moslimstromingen is geschreven. Fethullah Gülen heeft dit boek onderwezen tot aan het zesde hoofdstuk.
7. Asad Mohammed Said Sagharji (tijdgenoot), ‘Al-Fiqh al-Hanafi wa Adillatoehoe’ (driedelig). Dit werk tracht de juridische Hanafi-ideeën toe te passen op een nieuwe methode.
8. Ali al-Qari (1606), ‘Fath bab al-inaya bi sharh al-noeqaya’ (driedelig). Dit fantastische boek van Ali al-Qari, dat op de gebieden van tafsier, hadieth en kalam als grote autoriteit wordt beschouwd, vergelijkt de bewijzen van de vier verschillende scholen met elkaar, met nadruk op de juridische Hanafi-ideeën. Fethullah Gülen onderwijst dit boek ter vergelijking met de volgende boeken: ‘Al-Wiqaya’ van Tadj al-Shari’ah, ‘Al-Moehit al-Boerhani’ van Boerhan al-Dien Maza, ‘Hidaya’ van Marghinani, ‘Madjma’ al-Anhoer’ van Shaykhzada, ‘Hashiya Radd al-Moekhtar’ van Ibn Abidin, en ‘Istılahat-ı Fıkhiyye Kamusu’ van Ömer Nasuhi Bilmen.
3.4. Methodologie van jurisprudentie
Hieronder volgt een lijst van de door Fethullah Gülen onderwezen boeken met onderwerpen die aan jurisprudentie zijn gerelateerd:
1. Moella Hoesraw (885/1480), ‘Mir’at al-Oesoel’. Dit werk heeft lang deel uitgemaakt van het lesprogramma in de Ottomaanse traditionele scholen. Fethullah Gülen onderwees deze methodologische tekst en stimuleerde hierbij de actieve deelname van zijn leerlingen door hen ieder hoofdstuk te laten samenvatten.
2. Abd al-Karim Zaydan, ‘Al-Wadjiz’. Fethullah Gülen onderwees dit methodologische werk aan zijn leerlingen door het zin voor zin te vertalen. Tijdens iedere les liet hij een samenvatting maken van de vorige les.
3. Ibrahim al-Shatibi (790/), ‘Al-Moewafaqat’ (vierdelig). Eén van de meest sublieme boeken in de discipline van de methodologie van jurisprudentie. Dit werk werd door de leerlingen gelezen en zin voor zin vertaald, waarna ze het van het begin tot het einde samenvatten.
4. Sayyid Bey, ‘Madkhal’. Dit methodologische boek dat in de Ottomaanse taal is geschreven, werd in Fethullah Gülens aanwezigheid voorgelezen. Hij verklaarde de moeilijke gedeelten en beantwoordde vragen erover. Hij is het op sommige gebieden, zoals maslaha (algemeen welzijn), niet eens met de schrijver.
Behalve de vier bovenstaande werken, zou Fethullah Gülen naar eigen zeggen graag Abdoel Aziz al-Boecharie’s Kashf al-Asrar willen onderwijzen, die hij verschillende malen heeft gelezen.
3.5. Islamitische mystiek (tasawwoef)
Omdat islamitische disciplines elkaar net zo aanvullen als de verschillende vakken op een universiteit, stelt Fethullah Gülen dat derwisjen en soefi’s op het gebied van tasawwoef, wat hij omschrijft als ‘het hart en het spirituele leven van de islam’, naar eigen vermogen een bijdrage hebben geleverd aan deze universiteit: “Veel rechtsgeleerden, traditionalisten en vertolkers van de Koran hebben belangrijke boeken gemaakt die gebaseerd zijn op de Koran en de soenna. De soefi’s, die methoden gebruiken die stammen uit de periode van de Profeet en zijn metgezellen, hebben boeken samengesteld over soberheid en de spirituele strijd tegen lichamelijke verlangens en verleidingen, en over toestanden en stadia van de ziel. Ze hebben hun eigen spirituele ervaringen, liefde, bezieling en verrukking ook vastgelegd. Dergelijke literatuur moest de aandacht trekken van degenen die volgens hen hun eigen leven beperkten tot de naar buiten gerichte dimensie van het geloof, en hen te helpen dit om te buigen naar de naar binnen gerichte dimensie van het religieuze leven.”[6]
Zij hebben boeken geschreven over de daden van het hart die volledig op hun eigen ervaring zijn gebaseerd en daarom vindt Fethullah Gülen dat er in iedere klas één van deze boeken onderwezen moet worden. Naast boeken met onderwerpen als exegese, hadieth, jurisprudentie en theologie, heeft hij bij iedere gelegenheid die zich aandiende boeken onderwezen over ‘het hart en het spirituele leven van de islam’. Boeken over dit onderwerp die hij onderwees zijn:
1. Qoeshayri (514/1120), ‘Al-Risala al-Qoeshayriyyah fi Oeloem al-Tasawwoef’. Dit werk uit vroegere tijden gaat over de mystieke dimensie van de islam en de soefi’s in overeenstemming met de Koran en soenna.
2. Imam Rabbani, ‘Maktoebat’ (tweedelig). Eén van de meest belangrijke boeken op het gebied van het verbreden van de horizon met betrekking tot islamitische disciplines in het algemeen en over mystiek in het bijzonder. Fethullah Gülen behandelde dit werk doelbewust en deelde zijn interpretaties veelvuldig.
3. Harith al-Moehasibie (243/857), ‘Al-Ri’aya li Hoeqoeq Allah’. Dit boek bevat heel fijngevoelige en belangrijke criteria voor een moslim, die onophoudelijk verantwoording aflegt aan zichzelf, en die het juiste pad wil blijven bewandelen. Fethullah Gülen raadt aan dit boek minimaal één of twee keer te lezen.
4. Moertada al-Zabidi (1205/1791) ‘Ithaf Saadat al-Moettaqien’ (veertiendelig). Dit is een interpretatie van Ghazzali’s beroemde ‘Ihja Oeloem al-Dien’. Fethullah Gülen prijst deze auteur om zijn veelomvattende kennis en zijn autoriteit op het gebied van hadieth en andere islamitische disciplines. Verder geeft hij aan dat deze interpretatie bijdraagt aan de waarde van ‘Ihja’[7]. Fethullah Gülen gebruikt dit boek nog steeds tijdens zijn lessen.
5. Abd al-Rahman al-Djamie (Moella Djamie) (898/1492), ‘Nafahat al-Oens’. Dit werk behandelt mystieke termen en de biografie van grote soefi’s.
6. Abd al-Hakim Arwasi, ‘Al-Riyad al-Tasawwoefiyya’. Dit is een boek in de Ottomaanse taal dat de geschiedenis van de islamitische mystiek (in de breedste zin van het woord), en andere hieraan gerelateerde onderwerpen en biografieën van grote soefi-meesters behandelt.
3.6. Arabische grammatica
Voor zover ik kan beoordelen, paste Fethullah Gülen zich aan het niveau van de leerlingen aan. In de beginperiode onderwees hij Arabische grammatica uit de klassieke werken. Later ging hij over op boeken die in de moderne tijd zijn gepubliceerd. De boeken waaruit hij onderwees waren:
1. Amsila. Dit anonieme, kleine boek bevat werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en vervoegingen en legt de regels uit met behulp van voorbeelden. Dit grammaticaboekje werd eeuwenlang uit het hoofd geleerd in het klassieke madrasa-systeem, en later opnieuw door de leerlingen van Fethullah Gülen.
2. Bina. In dit kleine, anonieme boek worden 35 regels van de etymologie behandeld. Dit basisgrammaticaboek werd gebruikt in het Ottomaanse madrasa-systeem en Fethullah Gülen laat zijn leerlingen de tekst uit het hoofd leren.
3. Maksoed. Dit anonieme boek werd in de Ottomaanse madrasa’s onderwezen en behandelt de morfologie van Arabische woorden. Fethullah Gülen gaf lezingen (takrier) over dit werk.
4. Izz al-Dien Abd al-Wahhab ibn Ibrahim al-Zinjani, (1257) ‘Izzi’. Dit beroemde werk behandelt grammatica, syntaxis en vocabulaire. Fethullah Gülen gaf ook lezingen over dit werk.
5. Imam Birgiwi (981/1573), ‘Awamil’. Dit kernachtige boek behandelt de syntaxis, waaronder woorden die andere woorden beïnvloeden zoals deelwoorden en voorzetsels. Fethullah Gülen liet zijn leerlingen de tekst uit hun hoofd leren.
6. Imam Birgiwi’s (981/1573) ‘Izhar al-Asrar fi al-Nahw’ is een boek over syntaxis of Arabische zinstructuur. Het is eigenlijk een interpretatie van het werk van de schrijver ‘Awamil’. In de Ottomaanse madrasa’s werd het als een tekstboek gebruikt. Fethullah Gülen onderwees uit dit boek door het heel breed te interpreteren en hij liet de tekst uit het hoofd leren.
7. Ibn al-Hajib, (646/1249), ‘Al-Kafiya’. Dit boek werd eeuwenlang gebruikt in de Ottomaanse traditionele scholen. Het geeft uitleg over de regels van de syntaxis aan de hand van voorbeelden en gaat af en toe dieper in op de filosofie van taal. Het is een tekstboek voor gevorderden.
8. Abd al-Rahman al-Djamie, (898/1492), ‘Al-Fawaid al-Diyaiyya’. Dit is een interpretatie van ‘Al-Kafiya’. Het werd bekend onder de bijnaam van de interpretator, Moella Djamie. Het was het laatste en meest uitgebreide boek over syntaxis dat in de madrasa’s van de islamitische wereld, met name de Ottomaanse madrasa’s, werd gebruikt. Fethullah Gülen gaf les uit dit boek in de beginperiode.
9. Ali Jarim-Mustafa Amin, ‘Al-Nahw al-Wadih’ (tweedelig). Een bijzonder systematisch grammaticaboek met een moderne Arabische onderwijstechniek. Het behandelt zowel grammatica als syntaxis. Fethullah Gülen heeft dit boek vele malen gebruikt in zijn lessen.
10. Baha al-Dien Abd Allah ibn Aqil (729), ‘Sharh Ibn Aqil ala Alfiyat ibn Malik’. Dit is één van de belangrijkste interpretaties van ‘Alfiya’ van Malik en verklaart de Arabische grammatica aan de hand van duizend verzen. Toen het boek net werd gebruikt in de lessen, wilde Fethullah Gülen dat zijn leerlingen de tekst uit hun hoofd leerden. In de lessen die volgden luisterde hij naar de verzen die de leerlingen uit hun hoofd hadden geleerd. Nadat ze echter dertig tot veertig lessen uit hun hoofd hadden geleerd, werd, op verzoek van de leerlingen, en tot grote spijt van Fethullah Gülen, het uit het hoofd leren afgeschaft, omdat de leerlingen er moeite mee hadden. Het boek wordt nu als volgt behandeld: eerst leest de leerling het vers en vertaalt het; dan worden de naamvalsuitgangen verklaard, waarna een interpretatie volgt.
11. Moestafa Ghalayini’s ‘Djami’ al-Doeroes al-Arabiyya’ is een grammaticaboek dat recent is geschreven. Fethullah Gülen heeft twee keer lesgegeven uit dit boek en liet zijn leerlingen de tekst lezen en zin voor zin vertalen, de gedichten verklaren en de oefeningen doen.
12. Mohammed Moehy al-Dien Abd al-Hamid, ‘Mabadi al-Doeroes al-Arabiyyah’.
13. Mehmed Zihni Efendi (1846-1913), ‘Al-Moentakhab wa al-Moeqtadab fi Qawa’id al-Sarf wa al-Nahw’. Dit werk is geschreven in de Ottomaanse taal en behandelt op uitgebreide wijze en aan de hand van vele voorbeelden de Arabische grammatica en syntaxis.
14. Takalloem (driedelig). Fethullah Gülen behandelde dit boek om de Arabische spreektaal te onderwijzen. Hij legde het uit aan zijn leerlingen en liet hen het vervolgens oefenen.
Naast het onderwijzen van de Arabische grammatica in studiegroepen, onderwees Fethullah Gülen ook retoriek. Hij wees zijn leerlingen op het belang van retoriek om te kunnen profiteren van de rijkdom van de Koran en de soenna. Hij vertelde dat dit aspect niet heel bekend is en hamerde onophoudelijk op het belang ervan. De tekstboeken die hij op dit gebied in zijn lessen heeft gebruikt zijn:
1. Khatib al-Kazwini (1338), ‘Talkhis al-Miftah’. Dit is een bondig boek over de wetenschap van de retoriek dat tot voor kort in de madrasa’s werd onderwezen. Fethullah Gülen gaf les uit dit boek tijdens het begin van zijn onderwijsperiode.
2. Ahmad al-Hashimi, ‘Djawahir al-Balaghah fi al-Ma’ani wa al-Bayan wa al-Badi’. Dit boek presenteert de wetenschap van de retoriek die afwijkt van de klassieke methode en biedt vele voorbeelden en oefeningen. Fethullah Gülens leerlingen werden geacht de tekst te lezen en zin voor zin te vertalen, en de oefeningen te doen.
3. Ali Jarim-Mustafa Amin, ‘Al-Balagha al-Wadiha’. Dit boek gebruikt een nieuwe methode om de wetenschap van de retoriek te verklaren. De lesmethode was dezelfde als die van het vorige boek. Fethullah Gülen heeft verscheidene malen lesgegeven uit dit boek, aan verschillende groepen leerlingen.
3.7. Systematische islamitische theologie (kalam)
Fethullah Gülen beschreef de wetenschap van kalam (theologie) als volgt: “Kalam is de totaliteit van disciplines die het islamitische systeem van geloof verdedigt met rationele argumenten en verhalend bewijs, dat de integriteit beschermt van de gedachtewereld van de gelovigen, dat twijfels en onzekerheden wegneemt over het geloof, die zo nu en dan opkomen, en dat waarheden verdedigt binnen het kader van de Soenna al-Sanijja, de prachtige levenswijze van de Profeet die ‘aqa’id al-haqqa al-islamiyya’ werd genoemd (ware islamitische geloofsovertuigingen).”[8] Hij vond dat de discipline theologie als één van de ‘basisbronnen van onze culturele nalatenschap’, beoordeeld moet worden binnen het kader van de secundaire bronnen van de islamitische wet.[9] Hij gaf les uit enkele werken op dit gebied en heeft andere werken samengevat. Hij raadt met name de kalamlessen van Matoeridi aan, wiens werk volgens Fethullah Gülen is verwaarloosd. De werken die hij onderwees op dit gebied zijn:
1. Saad al-Dien al-Taftazani, ’Sharh Aqa’id al-Nasafiyya’. Dit is een beroemd werk dat de geloofsovertuiging van Matoeridi verklaart.
2. Said Nursi, ‘Risale-i Noer Collection’. Dit werk behandelt theologieonderwerpen op een volledig nieuwe manier en vanuit een zeer breed perspectief. Hij liet zijn leerlingen een presentatie maken door het werk samen te vatten.
3. Mehmed Vehbi Efendi, ‘Al-Aqa’id al-Khayriyya’. Het gedeelte over kalam in dit boek is erg gedetailleerd. Dit boek werd onderwezen samen met de interpretatie van Ihya Oeloem al-Dien’ of ‘Ithaf al-Saada al-Moettaqien’.
Sommige boeken waaruit Fethullah Gülen lesgaf, beslaan meer dan één gebied van de basisdisciplines van de islam. Deze heb ik samengebracht als ‘diverse werken’.
3.8. Diverse werken
1. Hasan al-Banna (1949), ‘Al-Rasail’.
2. Mohammed Zahid al-Kawthari (1952), ‘Maqalat’. Een verzameling van de artikelen van Kawthari die in het begin van de twintigste eeuw op verschillende plekken zijn gepubliceerd. Ze vormen een reactie op verschillende, aan de islam gerelateerde problemen, op twijfels die gezaaid zijn om mensen in verwarring te brengen, en op de teloorgang van ideeën.
3. The Fourth Caliph and the Prophet’s cousin, Ali (40/661), ‘Nahj al-Balaghah’ (Compiler: Aboe al-Hasan Sharif al-Radi). Dit werk bevat uitspraken en preken van Kalief Ali. Wanneer Fethullah Gülen lesgaf uit dit boek putte hij, wanneer nodig, uit Ibn Abi Hadid’s (655/1257) ‘Sharh Nahj al-Balaghah’.
4. Kharboeti, ‘Sharh Qasida al-Boerda’. Dit is een interpretatie van de beroemde lofrede aan Profeet Mohammed, vrede zij met hem, welke eeuwen achtereen is gereciteerd, en komt van de hand van imam Boesiri.
4. Boeken die zijn samengevat
Naast de boeken waaruit Fethullah Gülen lesgaf, al zegt hij zelf dat hij gesprekken voert met vrienden, waren er de boeken die hij liet samenvatten door zijn leerlingen. Hij zegt dat er veel boeken zijn die gelezen moeten worden maar dat dit er teveel zijn voor één persoon. Daarom stelde hij voor dat iedere leerling een samenvatting maakte van een boek van maximaal een twintigste deel van het originele boek. Zo stelde Fethullah Gülen zelfs de studiekring in staat om te profiteren van de kracht van het collectieve bewustzijn. Veel van deze boeken zijn geschreven in, of vertaald naar, het Turks. Hier volgen enkele van deze boeken: Yusuf Has Hacip’s ‘Kutadgu Bilig’; Mustafa Sabri Efendi’s ‘Mawqif al-Aql wa al-Ilm wa al-Alam min Rabb al-Alamin wa Rasulihi’; Suat Yıldırım’s ‘Peygamberimiz’in Kur’an’ı Tefsiri’; Orhan Türkdoğan’s ‘Alevilik-Bektaşilik’; imam Matoeridi’s ‘Kitab al-Tawhid’; Jabiri’s ‘Arap Aklının Oluşumu’; İsmail Fenni Ertuğrul’s ‘Maddiyun Mezhebinin İzmihlali, Vahdet-i Vücud ve İbn Arabi’; İrfan Yılmaz’s ‘Evrim Teorisi’; Shoernoebi’s ‘Hikem-i Ataiye-Şerhi’; Toshihiko’s ‘Ibn Arabi’nin Füsusundaki Anahtar Kavramlar’; N.S. Banarlı’ ‘Türkçe’nin Sırları’; Mehmet Ali Işım’s ‘Upanişatlar’; M. Ajjaj al-Khatib’s ‘Al-Soennatoe Qabla al-Tadwin’; Alparslan Açıkgenç’s ‘Bilgi Felsefesi’; Ahmed Cevdet Pasha’s ‘Mecelle-i Ahkam-ı Adliye’; M. Tahir Ibn Ashoer’s ‘Maqasid al-Shariah al-Islamiyyah’; Izz al- Dien ibn Abd al-Salam’s ‘Qawa’id al-Ahkam fi Masalih al-An’am’; Sayın Dalkıran’s ‘Ahmet Feyzi Çorumi’nin el-Feyzü’r-Rabbani’si Işığında Osmanlı Devleti’nde Ehl-i Sünnet’in Şii Akidesine Tenkitleri’; en sommige uitgaven van tijdschriften zoals ’Sızıntı’, ‘Yeni Ümit’, ‘Yağmur’ en ‘Hira’-magazines.
In bovenstaande paragrafen heb ik getracht om zoveel mogelijk boeken over de verschillende islamitische disciplines te noemen waaruit Fethullah Gülen heeft lesgegeven. Het volgende deel gaat over zijn onderwijsmethode.
5. De onderwijsmethode van Fethullah Gülen
De invloedrijke wijze van Fethullah Gülens lessen en onderwijsmethode, de lescultuur en zijn aanwezigheid in zijn klas, zijn niet eenvoudig te beschrijven. Naast zijn onderwijsmethode, profiteren zijn leerlingen ook van zijn aanwezigheid. Ze maken de uitgestrektheid van zijn horizonten en enthousiasme mee en worden door hem beïnvloed. In hoeverre iemand van die sfeer profiteert, hangt af van diens vermogen, intentie en concentratie. Vanuit dit beeld zal ik Fethullah Gülens lessen en onderwijsmethode omschrijven zoals ik deze ervaar.
In de lesmethode van de klassieke madrasa’s, die tegenwoordig nog min of meer door verschillende lesgroepen wordt voorgezet, worden normaalgesproken de klassieke boeken behandeld. De leraar legt de les uit, de leerling luistert, en vervolgens vindt er uitwisseling plaats in de vorm van vraag en antwoord. Ook bij deze methode wordt aan het begin van iedere les de vorige les samengevat. Dit systeem kent ook een assistent van de leraar, of er zijn oudere leerlingen die lesbesprekingen door leerlingen begeleiden. Tegenwoordig geven de professoren op theologiescholen de voorkeur aan hun eigen aantekeningen en samenvattingen boven de klassieke werken, met aansluitend de vraag- en antwoordmethode.
Fethullah Gülen, die zelf les heeft gekregen van leermeesters uit het madrasa-systeem, paste tijdens de halve eeuw die hij lesgaf, een methode toe die zich aanpaste aan het niveau van de leerling. In het begin van de opleiding van een leerling, geeft hij zelf les. Afhankelijk van de kwaliteiten van de leerling ten aanzien van taalbeheersing en zijn kennis van aanverwante disciplines, bepaalt Fethullah Gülen of de leerling klaar is om een les te presenteren. Voor deze presentatie bestudeert de leerling de tekst met één of meerdere ouderejaars leerlingen. Terwijl de leerling de tekst presenteert, onderbreekt Fethullah Gülen de leerling zo nu en dan om zijn mening te geven over een betreffende passage en zienswijzen van andere geleerden aan te halen. Hoewel Fethullah Gülen bescheiden zegt: “Ik bespreek boeken met vrienden”, is er zonder twijfel sprake van een leerling-leraar relatie. Fethullah Gülen laat geen vraag onbeantwoord. De Profeet zei: “Een goede vraag stellen is de helft van het vergaren van kennis.”[10] Het stellen van de juiste vragen is van groot belang om het maximale uit de lessen te halen.
Voordat we de lesmethode van Fethullah Gülen voor iedere discipline bespreken, zullen we ons eerst kort verdiepen in de manier waarop Fethullah Gülen zijn boeken selecteerde en de lestijden bepaalde.
5.1. Selectie van boeken
Fethullah Gülen dicht in bepaalde situaties veel waarde toe aan de gevoelens en overtuigingen van anderen. Dit is ook te zien aan de manier waarop hij een boek selecteert. Hij kijkt naar hoe zijn leerlingen een vak benaderen, of ze het met hart en ziel oppakken en er echt voor gaan, en hij volgt hun gevoelens. Hij neemt hun reacties erg serieus en neemt op basis hiervan zijn beslissingen. Wanneer Fethullah Gülen uit een bepaald boek les wil geven, zegt hij normaalgesproken: “Er zijn boeken over dit onderwerp met bepaalde kenmerken; we kunnen er één lezen die jullie voorkeur heeft.” Soms benoemt hij de kwaliteiten van een boek waaraan hij veel waarde hecht, en vestigt er op die manier de aandacht op. Zo zei hij bijvoorbeeld dat ‘Kanz al-Oemmal’ één van de meest uitgebreide hadieth-boeken is dat vrij snel als tekstboek behandeld kan worden. Soms wordt er een boek gekozen omdat leerlingen dit graag willen lezen en het de keuze van Fethullah Gülen overlapt, zoals ‘Al-Fiqh al-islami wa Adillatoehoe’.
5.2. Lestijden
De lessen worden over het algemeen gegeven tussen de ochtend- en middaggebeden, en vaak ook ‘s middags. De ene periode beginnen de lessen na het ontbijt en gaan door tot de middag. Dit wordt afgewisseld met een periode waarin de lessen na het ochtendgebed beginnen en doorgaan tot aan het ontbijt. Eén keer begon de les een uur voor het ochtendgebed en ging door tot aan het gebed. ‘Toehfat al-Ahwadhi’ werd op die manier behandeld. De tien delen van ‘Kanz al-Oemmal’ werden allemaal besproken tijdens de ramadan, en de lessen werden gegeven na het ochtend-, het avond- en het tarawih-gebed[11], en na sahoer[12], gedurende ongeveer 7 tot 8 uur per dag.
5.3. Voorbereiding van de leerlingen
Voor iedere les werden de leerlingen geacht de passages tot in detail te hebben voorbereid met behulp van woordenboeken (vooral Mundjid, Mu’djam al-Wasit, Lisan al-Arab, en Tadj al-Aroes) en andere verwijzingen naar exegese, juridische teksten en interpretaties. Ze doen hun uiterste best om de Arabische zinnen en woorden op grammaticaal juiste wijze te lezen. Fethullah Gülen is erg gevoelig voor het correct lezen van met name de verzen van de Koran en de hadieth, en voor het op de juiste manier uitspreken van de namen van de overdragers en de vertellers. Zijn benadering hiervan verwoordt hij als volgt: “Iemand mag Arabisch op een foute manier lezen, maar er moet voor gezorgd worden dat de Koranverzen op de juiste wijze worden gelezen.”
Tijdens de presentatie van de tekst luistert Fethullah Gülen en op de momenten dat er een correctie nodig is, zegt hij die op een bescheiden en erg beleefde manier. Indien hij vindt dat de tekst verbeterd moet worden, staat hij hierbij stil. In die gevallen vraagt hij om andere referenties over het onderwerp en hij geeft uitleg door naar deze referenties te verwijzen. Of hij vraagt de leerling om deze referenties voor de volgende les te raadplegen. Fethullah Gülen geeft eerst op respectvolle wijze aan wat de algemene mening is van de geleerde over het betreffende vakgebied, en geeft vervolgens zijn eigen interpretaties, die zoveel mogelijk zijn toegespitst op de huidige omstandigheden. Deze verklaringen en interpretaties van Fethullah Gülen zelf vormen het aantrekkelijkste onderdeel van de les, en zijn min of meer afhankelijk van de nieuwsgierigheid van de leerling, de kwaliteit van zijn vragen, en de breedte van zijn visie. Fethullah Gülen houdt rekening met het bevattingsvermogen en de capaciteiten van zijn leerlingen en gaat net zo diep op het onderwerp in als het vermogen van zijn leerling toelaat. Fethullah Gülen probeert altijd om zijn leerlingen bij de les te houden en ze actief te laten participeren. Hij moedigt ze aan om meer te lezen; om vaardigheden te ontwikkelen om de uitdagingen van de intense teksten en opgeworpen concepten aan te gaan; om kennis te maken met verschillende ideeën, methoden, disputen en debatten; om ze te helpen bij het ontwikkelen van een holistische visie op de wetenschappen; en om ze te leren zichzelf niet te beperken tot één vakgebied, maar ook vertrouwd te raken met andere wetenschappen. Deze lesmethode zorgt er ten eerste voor dat de leerling in zijn geest kennis leert in te delen, en het laat hem een breder perspectief ontwikkelen over de disciplines om zo kennis te kunnen inzetten waar nodig.
Op deze manier kunnen 40 tot 50 pagina’s tekst worden gelezen in een les van ongeveer 3 tot 4, of 2 tot 3 uur. Erg belangrijk hierbij is het geduld dat Fethullah Gülen kan opbrengen om hen tijdens het luisteren niet steeds te onderbreken.
Fethullah Gülen hecht waarde aan een analytische manier van lezen. Vanuit een diep respect voor vroegere geleerden, analyseert hij een tekst door deze te toetsen op basis van de logica van openbaring, de essentie van religie, de criteria van vertellingen en gezond verstand. Hierdoor wordt moderne kennis gefilterd en nieuwe interpretaties gegenereerd.
Verder benadrukt Fethullah Gülen steeds weer dat leerlingen zich volledig zouden moeten onderdompelen in wat zij lezen en de tekst vervolgens onderwerpen aan een diepgaande analyse, en te gebruiken als levensbron. Hun studie dient een diepgeworteld deel te worden van hun karakter en de stem waarmee ze hun ervaringen omschrijven, dient recht uit het hart te komen.
Er is vrijwel geen boek waaraan de studiekring van Fethullah Gülen is begonnen maar niet heeft afgemaakt, tenzij hier een zeer goede reden voor was.
5.4. Het begin van een les
Lessen beginnen altijd met het noemen van de naam van God, het prijzen en aanbidden van Hem, en het bidden voor en zenden van groeten aan de Profeet. Een gebed dat voor de klas werd gereciteerd, ging bijvoorbeeld als volgt:
“Onze heer, laat onze kennis, ons vertrouwen, onze zekerheid, ons geloof, onze overgave, onze betrouwbaarheid, onze rust, onze oprechtheid, onze loyaliteit, onze verbeeldingskracht, onze genegenheid, onze beschaafdheid, onze deugdelijkheid, onze intelligentie, onze wijsheid, ons geheugen, en ons vertrouwen in U en onze liefde voor U en het verlangen om U te ontmoeten, toenemen. God, we vragen U om perfecte en permanente gezondheid en een zuiver hart. Schenk ons Uw kracht en macht. O, meest compassievolle en barmhartige.”
“Mijn Heer, open de deuren van wijsheid voor ons. Schenk ons Uw genade, O eigenaar van eer en hoogheid. Ik geloof in God die uniek, één, waarheid en manifest is. Hij heeft geen gelijke. Ik verwerp alles wat beschouwd wordt als gelijk aan Zijn goddelijkheid en heerschap. Mijn Heer, maakt de dingen makkelijker, niet moeilijker. Mijn Heer, vervolledig dit met goedheid. Wij wensen alleen hulp van Hem.”
Wanneer er een nieuw boek wordt geïntroduceerd, leest Fethullah Gülen dit van begin tot eind, inclusief het voorwoord, de inleiding en de copyrightpagina.
6. Het onderwijzen van specifieke onderwerpen
In dit deel concentreren we ons op de manier waarop Fethullah Gülen in zijn studiekring de islamitische basisprincipes onderwijst. Hoewel we een deel van de boeken waaruit hij lesgeeft al hebben genoemd, zullen we ons hier vooral bezighouden met hoe hij lesgeeft, in plaats van wat hij onderwijst.
6.1. Grammaticalessen
Fethullah Gülen heeft bijna iedere groep leerlingen onderwezen uit een boek over de structuur van de Arabische grammatica. De boeken waaruit hij lesgeeft staan in het vorige deel genoemd. Vooral imam Birgiwi’s grammaticaboek ‘Izhar’ heeft hij in zijn beginperiode als leraar meerdere malen behandeld met leerlingen met verschillende niveaus. Hij maakt hierbij gebruik van de lezingmethode.
Fethullah Gülen let op de vocabulaire en grammatica van zijn leerlingen. Hij gaat vooral zorgvuldig om met de variaties van woordvormen in de stam, verleden tijd, tegenwoordige tijd en andere afgeleiden. Hij staat op een juiste uitspraak van namen, vertaling van gedichten, en leidt grammaticaregels af uit deze gedichten. Tijdens de les wordt er gelezen, vertaald en er worden oefeningen gedaan. Het is gebruikelijk dat er door een aantal leerlingen een samenvatting wordt gemaakt van de les, die in de les op de volgende dag wordt gepresenteerd.
Volgens Fethullah Gülen wordt de retoriek vandaag de dag niet zo goed onderwezen dat leerlingen er volledig zouden kunnen profiteren van de diepgang van de Koran en de soenna. Zijn onderwijsmethode bij de lessen retoriek lijkt op de methode die hij bij grammaticalessen gebruikt.
6.2. Het gebruik van woordenboeken
Fethullah Gülen zegt regelmatig: “Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik zoek iedere dag in het woordenboek de betekenis op van een paar woorden.” Hij wil graag dat leerlingen gewend raken aan het gebruiken van een woordenboek, zodat ze de taal goed leren en woorden in al hun nuances onthouden. Hij heeft bijvoorbeeld leerlingen een keer gecorrigeerd in hun gebruik van k-dh-b, en hen daarbij verwezen naar de woordenboeken. Het infinitief en zelfstandig naamwoord van de k-dh-b is beter bekend als ‘kidhb’ en wordt ook meestal zo gebruikt.
Fethullah Gülen laat zien dat het infinitief ‘kadhib’ beter strookt met het klassieke Arabisch, omdat dit woord zo in verschillende verzen van de Koran wordt gebruikt (soera Joesoef 12:18, soera An’am 6:21) en dat dit de eerste betekenis is die in woordenboeken wordt gegeven bij de infinitieven van het woord.[13] Al-Mundjid houdt hij tijdens zijn lessen voortdurend in de buurt. Wanneer nodig gebruikt hij als referentie boeken als ‘Lisan al-Arab’, ‘Tadj al-Aroes’, en ‘Al-Nihaya fi Gharib al-Hadieth’. Om het Turkse equivalent te vinden van een Arabisch woord gebruikt hij woordenboeken als Asım Efendi’s ‘Kamus-u Okyanus’ en ‘Akhtar Kabir’ en laat zijn leerlingen hier woorden in opzoeken. Voor Perzische woorden gebruikt hij woordenboeken als ‘Farhangi Farisi’. Hij zegt een voorkeur te hebben voor het driedelige woordenboek ‘Misalli Büyük Türkçe Sözlük’ voor Turkse woorden.
6.3. Hadieth en de methodologie van hadieth
Fethullah Gülen heeft vrijwel iedere groep lesgegeven in hadieth. Behalve dat hij basis hadieth-boeken behandelt als Koetoeb al-Sitta, zoals in het vorige deel is besproken, herhaalt hij sommige van deze boeken ook in dezelfde groep (waaronder Boecharie). Verder behandelt hij tijdens zijn interpretaties en verwijzingen boeken als ‘Kanz al-Oemmal’, ‘Oemdat al-Qari’, en ‘Fath al-Bari’ volledig.
Indien een hadieth niet zuiver of authentiek is, en velen hebben gezien dat Fethullah Gülen dit onmiddellijk opmerkt, onderzoekt hij in welk boek de hadieth oorspronkelijk vermeld staat, en bestudeert hij de kritieken van de djarhen ta’dil-geleerden die de vertelling hebben weerlegd of gerectificeerd.[14] Voor wat betreft de vertellers en hadieth, gebruikt hij boeken als ‘Tahdhib al-Tahdhib’, ‘Al-Kashif’, ‘Mizan al-I’tidal’, ‘Siyar Alam al-Noebala’, ‘Madjma’oe al-Zawaid’, en ‘Al-Matalib al-A’liya’. Als het om een populaire hadieth gaat, raadt hij boeken aan als ‘Kashf al-Khafa’ en ‘Al-Maqasid al-Hasana’. Het onderwijzen van de primaire hadieth-bronnen ligt bij hem erg gevoelig.
‘Oemdat al-Qari fi Sharh al-Boecharie’ (twintig delen): Hij heeft dit werk twee keer onderwezen aan verschillende leerlingen. In de eerste klas lazen de leerlingen hadieth uit Boecharie’s tekst, en Fethullah Gülen las uit de interpretaties die hij hierbij noodzakelijk achtte, gaf zijn visie en leidde de discussie. Hij legde de onbekende woorden in de hadieth uit, verbeterde, indien nodig, de namen van de vertellers, en verklaarde de rijkheid van de betekenis van de hadieth en de beoordelingen die hieruit waren afgeleid.
Fethullah Gülen hecht veel waarde aan een goede uitspraak van de namen van de vertellers en aan kennis van beoordelingen over hun leven en wie ze waren. In zijn jeugd schreef hij de biografieën over van hadieth-vertellers op en leerde ze uit zijn hoofd. Hij stond vooral bij hen stil tijdens zijn hadieth-lessen, maakte aantekeningen uit boeken van vertalers en geleerden, en voegde dit toe aan de informatie van de interpretaties. Later onderwees hij Boecharie samen met ‘Oemdat al-Qari’ aan een andere groep.
Voordat de leerlingen naar de les kwamen, legden ze dossiers aan van iedere verteller die in de hadieth werd genoemd volgens het systeem voor belangrijke personen uit Dhahabi’s ‘Al-Kashif’ boek. Deze dossiers bevatten onder andere de leraren en leerlingen van de verteller, wie de hadieth van hem overnam, en de visies van de djarh- en ta’dil-geleerden over de hadieth. De dossiers werden door Fethullah Gülen gelezen na het voorlezen van de hadieth-keten van vertellers (sanad) en tekst (matn).
‘Fath al-Bari fi Sharh Sahieh al-Boecharie’ (veertien delen): Fethullah Gülen heeft deze beroemde interpretatie van Boecharie van het begin tot het eind behandeld met een andere studiegroep. De lesmethode was vrijwel identiek aan die van Boecharie’s ‘Oemdat al-Qari’. Er werden wel enkele aanvullingen gedaan. Met Dhahabi’s ‘Al-Kashif’ als basis bij het lezen van hadieth-vertellers, werd er ook geprofiteerd van boeken als ‘Tahdhib al-Tahdhib’, ‘Siyar A’lam al-Noebala’, ‘Hilyat al-Awliya’, ‘Sifat al-Safwa’, en Ibn Sa’ds ‘Kitab al-Tabaqat’. Een speciaal aangemaakt worddocument werd tijdens de les op een scherm geprojecteerd en dat illustreerde de informatie met afbeeldingen van de leraren van de vertellers, degenen aan wie de verhalen werden vertelde, opvallende voorbeelden van zijn deugdzaamheid, voorbeelden van door hem vertelde hadieth, en de visies van djarh- en ta’dilgeleerden, Behalve een korte biografie van de metgezellen in de keten van overdracht, werden hun ascetisme, aanbidding, vroomheid en toegewijde ziel neergezet als de ideale boodschap voor vandaag. Er werden voorbeelden gegeven van de hadieth die ze hebben overgedragen en er werd verteld wie ze van hen hadden overgenomen.
Soms gaf Fethullah Gülen korte aanvullingen op informatie over vertellers en overdragers. Zo stond bijvoorbeeld bij de bijnaam van de vrouw van de Profeet, Aisja, in sommige boeken: “Oemm Abdoellah al-Faqiha” (de juridische moeder van Abdoellah) (Abdoellah: Gods dienaar). Fethullah Gülen voegde hieraan toe, ‘wa-hiya oemm ibad Allah adjma’ien’, “Ze is de moeder van alle dienaren Gods.”
Er wordt in de hadieth-studies vandaag de dag niet veel aandacht geschonken aan de keten van overdracht, slechts de tekst wordt geregistreerd. Fethullah Gülens lesmethode waarbij hij aandacht geeft aan zowel de hadieth als de verteller, en de manier waarop hij respect en genegenheid voor hen wil overdragen, zijn van groot belang. Toen enkele vooraanstaande geleerden uit de Arabische wereld hoorden dat Fethullah Gülen bij het behandelen van de hadieth, ook de bijbehorende namen van deze belangrijke mensen noemt, waren ze erg onder de indruk en spraken er hun verbazing en goedkeuring over uit. Ze zeiden: “Deze methode is zelfs naar onze maatstaven verouderd. Er zijn maar weinig onderwijzers die hun leerlingen onderwijzen in de hadieth-vertellers. Het feit dat Fethullah Gülen hier tijdens zijn lessen zoveel aandacht aan besteedt, is van groot belang voor de heropleving van deze discipline.”
Kennis van de metgezellen en hadieth-vertellers is een bron van kennis, wijsheid, aanbidding en toewijding, en Fethullah Gülen koestert dit als een kostbaar geschenk in zijn hart en geheugen. Fethullah Gülen laat geen kans onbenut laten om aan ieder die het maar horen wil te vertellen over deze mensen, in het bijzonder aan zijn leerlingen. Hij hoopt dat zij voor leerlingen prachtige voorbeelden zijn voor hun honger naar kennis, de diepte van hun dienstbaarheid aan God, hun aanbidding en vroomheid, en het streven naar Gods goedkeuring. In zijn preken, lezingen en boeken vestigt hij de aandacht op de belangrijke figuren uit onze geschiedenis, met name de metgezellen, en hij streeft ernaar de belangrijke deugdzaamheden van de vertellers in het geheugen en het bewustzijn van de leerlingen te griffen.
‘Soenan Abi Dawoed’: uit zijn boek heeft Fethullah Gülen meerdere malen lesgegeven. Hij behandelde dit boek samen met de interpretaties ervan, getiteld ‘Badhl al-Madjhoed en Manhal al-Azb al-Mawroed’. Nadat de leerlingen over de overdrachtsketen van de hadieth en de tekst hadden gelezen, concentreerden ze zich op de uitleg van de interpretatie, de kritiek van de verteller, de interpretatie van de hadieth, de vergelijking met andere hadieth, beoordelingen (akham), en epigrammen (noekta). Zo nu en dan gaf Fethullah Gülen op verzoek zijn eigen interpretatie.
‘Soenan al-Tirmidhi’: Wanneer Fethullah Gülen de Tirmidhi-interpretatie ‘Toehfat al-Ahwadhi’ behandelde, vroeg hij aan één leerling om het gedeelte van het boek waarin soms kritiek op de argumenten van de Hanafi-stroming staat, te vergelijken met Tahanawi’s boek ‘I’la al-Soenan’, waarin de Hanafi-jurisprudentie breed en goed gefundeerd behandeld wordt. Een andere methode van Fethullah Gülen om hadieth te behandelen, was het kiezen van de meest uitgebreide hadieth uit ieder hoofdstuk uit ‘Riyad al-Salihien’, en deze vervolgens door de leerlingen uit het hoofd te laten leren. Hij zei: “Sla deze op, je zult de weelde ervan ontdekken.” Fethullah Gülen gaf les uit Ahmed Mohammed Shakir’s ‘Al-Bais al-Khasis’ over hadieth-methodologie, door de leerlingen een deel te laten voorbereiden en het in zijn aanwezigheid voor te lezen. Het voorwoord van de ‘Toehfat al-Ahwadhi’-interpretatie was tegelijkertijd ook een brede hadieth-methodologie. Doordat Fethullah Gülen de hadieth-boeken tegelijk liet lezen met de interpretaties ervan, onderwees hij de hadieth-methodologie in feite door haar te laten ervaren. Fethullah Gülen noemt ‘Tecrid-i Sarih Mukaddemesi’ van wijlen Ahmed Naim een heel goed werk op dit gebied.
6.4. Exegese (tafsier) en de methodologie van exegese
Net zoals bij de andere disciplines, bereiden ook hier de leerlingen de teksten die ze voor Fethullah Gülen moeten lezen goed voor. Hij geeft uitleg daar waar nodig en hij beantwoordt vragen. Hij hecht veel waarde aan ‘Hak Dini Kur’an Dili’ van de Turkse vertolker en grote geleerde Elmalılı Hamdi Yazır. Hij vatte in de klas eens alle exegesen van Elmalılı samen. Iedere leerling las de tafsier die overeenkwam met één pagina van de Koran, maakte er een samenvatting van en presenteerde deze in de klas. De leerling reciteerde eerst de pagina uit de Koran, en las vervolgens de samenvatting voor die hij had gemaakt. Tijdens deze presentatie deelde Fethullah Gülen zijn visie op de gereciteerde verzen met zijn leerlingen. Het boek ‘Kur’an’dan İdrake Yansıyanlar’ is hier een resultaat van. Sinds kort geeft Fethullah Gülen ook les uit ‘Hak Dini Kur’an Dili’ dat wordt vergeleken met andere tafsiers. Iedere leerling bestudeert een andere tafsier, en in de klas laten ze de verschillen zien tussen het werk van Elmalılı en de desbetreffende tafsier. Fethullah Gülen geeft uitleg wanneer hij denkt dat dit nodig is. Tafsiers die gelezen werden in vergelijking met het werk van Elmalılı zijn: imam Matoeridi’s ‘Ta’wilat al-Qoer’an’, Zamachsjari’s ‘Kashshaf’, Fakhr al-Dien al-Razi’s ‘Mafatih al-Ghayb’, Bajdawi’s ‘Anwar al-Tanzil wa Asrar al-Ta’wil’, Aboe Hayyan’s ‘Bahr al- Moehit’, Aboe al-Soe’oed’s ‘Irshad Aql al-Salim ila Mazay al-Qoer’an al- Karim’, Tantawi Djawhari’s ‘Al-Djawahir al-Qoer’an’, Sayyid Qoetoeb’s ‘Fi Zilal al-Qoer’an’, en Moella Badr al-Dien Sanjar’s ‘Abda’ al-Bayan’.
Deze methode kost veel tijd wanneer de volledige tafsier van Elmalılı behandeld wordt. Het werkelijke doel is het onder de knie krijgen en aanmoedigen van de vergelijkende leesmethode. Fethullah Gülen vindt dat vrijwel alle islamitische wetenschappen, en hadieth in het bijzonder, op deze manier bestudeerd zouden moeten worden.
6.5. Jurisprudentie en de methodologie van jurisprudentie
In iedere studiegroep geeft Fethullah Gülen les uit een boek over jurisprudentie in combinatie met hadieth, exegese en grammatica. Hij stelde ooit dat “men geen geleerde kan zijn zonder kennis van jurisprudentie”. Over het alge meen worden de juridische teksten in Fethullah Gülens lessen behandeld door iedere zin te lezen en te vertalen naar het Turks. Sommige boeken werden echter alleen in het Arabisch gelezen. Wahba Zoehaili’s werk, ‘Al-Fiqh al- Islami wa Adillatoehoe’ werd alleen in het Arabisch gelezen en niet vertaald, omdat het in vergelijking met de klassieke fikh-boeken een eenvoudige tekst betreft, die door lezers van deze tijd ook gelezen kan worden.[15] Fethullah Gülen adviseert zijn leerlingen om tijdens het lezen van juridische teksten, korte juridische uitspraken of zienswijzen van andere juridische boeken ernaast te leggen, die het onderwerp breder en goed gefundeerd behandelen. Hij wijst erop dat het belangrijk is kennis te hebben van de houding van verschillende juridische scholen over gerechtelijke uitspraken (fatawa), en dat dit onderwerp is verwaarloosd. Hij wijst op de verschillen in benadering tussen vroegere en latere juristen. Hoewel hij zich verbonden voelt met de Hanafi-school, is hij bijzonder respectvol over andere juridische stromingen. Hij stelt dat de Hanafi’s een grote en brede verzameling aan juridische werken hebben geproduceerd, en dat die ontstaan zijn door uitgebreid brainstormen. Hierbij ging het niet alleen over historische feiten, maar ook over maatregelen in wording ten aanzien van toekomstige gebeurtenissen. Het waren nooit nutteloze werken, zoals sommige critici beweren.
Altijd, en in het bijzonder tijdens zijn lessen, hecht Fethullah Gülen veel waarde aan het met respect oplezen van namen van imams van de verschillende juridische scholen, vertolkers van de wet en juristen zoals imam A’zam Aboe Hanifa, imam Shafi’i, imam Malik, imam Ahmed ibn Hanbal, en twee grote leerlingen van of Aboe Hanifa: Aboe Joesoef en Mohammed al-Sjaibani.
Fethullah Gülen heeft aan verschillende studiegroepen drie keer lesgegeven uit ‘Al-Hidaya’, door al-Marghinani met de bijbehorende interpretatie ‘Fath al-Qadir’ van Al-Kamal ibn al-Hoemam, een werk dat een zeer belangrijke plek inneemt in het juridische Hanafi-systeem. Zoals hij Elmalılı’s ‘Hak Dini Kur’an Dili’ vergelijkenderwijs leest met andere interpretaties, behandelt hij ook Aliyy al-Qari’s ‘Fath Bab al-Inaya’ op het gebied van jurisprudentie door het te vergelijken met andere juridische boeken. Verschillende benaderingen en interpretaties worden in samengevatte vorm genoteerd en gepresenteerd. De juridische teksten die worden behandeld in de vergelijking zijn achtereenvolgens: Sadr al-Sharia’s ‘Al-Wiqaya’, Burhan al-Dien al-Mazah’s ‘Moehit al-Boerhani’, Marghinani’s ‘Al-Hidaya’, Shaykhzadah’s ‘Madjma’ al-Anhoer’, Ibn Abidin’s ‘Hashiya Radd al-Moekhtar’, Ibn Abidinzadah’s ‘Al-Hadiyyah al-Ala’iyya’, Wahba Zoehayli’s ‘Al-Fiqh al-Islami wa Adillatoehoe’, ‘Diyanet İslam İlmihali’ (de islamitische catechismus), die is voorbereid door een commissie van het Turkse Presidium van Juridische Zaken, en Asad Mohammed Said Saghardji’s ‘Al-Fiqh al-Hanafi wa Adillatoehoe’.
6.6. Islamitische Mystiek (tasawwoef)
Fethullah Gülen gebruikt in iedere studiegroep, parallel aan andere islamitische wetenschappen, altijd een soefi-werk dat nader ingaat op het ‘leven van hart en ziel van de islam’. Leerlingen bereiden soefi-werken voor (die ze later voorlezen waar Fethullah Gülen bij is) als Qoeshayri’s ‘Al-Risala’, Harith al-Moehasibie’s ‘Al-Ri’aya’, en imam Rabbani’s ‘Maktoebat’. Als het op de les van toepassing is, benadrukt Fethullah Gülen de belangrijkste manieren van innerlijke bewogenheid die iemand naar een hoger niveau van het hart en het spirituele leven kunnen brengen. Tevens vertelt hij over zijn eigen extatische ervaringen op dit gebied.
Volgens Fethullah Gülen is tegenwoordig één van de valkuilen een negatieve houding over de vrienden van God, waarbij men doet alsof men hun grootsheid niet ziet, en hen beoordeelt als gewone mensen die op dezelfde golflengte zitten als zijzelf. Een dergelijke visie getuigt van een groot hiaat in de gedachtegang. Er zijn mensen die zeggen: “Imam A’zam Aboe Hanifa, imam Shafi‘i, Ahmed ibn Hanbal, imam Malik, imam Ghazzali, imam Rabbani, Shazili, en Abdoel Kadir Djailani waren mensen zoals jij en ik. De legendarische verhalen over hen zijn niet op waarheid gebaseerd.” Hun poging om hen te kleineren zal niet succesvol zijn, ze blijven verstoken van het spirituele licht en de voorspoed van deze grootse mensen, en de wegen naar grootsheid sluiten zich voor hen. Want mensen die een poging doen om Abdoel Kadir Djailani en imam Rabbani naar beneden te halen tot hun eigen niveau, beperken hun eigen weg naar de oneindigheid. Omdat zij zichzelf op één lijn scharen me deze grote personen uit de geschiedenis, stagneren ze in groei, en ontdekken ze dat ze zich op een doodlopende weg bevinden. Mensen die niet geloven dat de ziel en het hart hun eigen niveau hebben, en dat er op dat gebied grote personen bestaan, zullen in geen geval in staat zijn om die hoogten te bereiken.
Het andere uiterste wordt volgens Fethullah Gülen gevormd door mensen die de grootsheid van de harten en de spirituele levens van onder andere Abdoel Kadir Djailani, Ahmed Rifai en Hasan Shazili wel erkennen, maar niet proberen om hen te evenaren, omdat ze tevreden zijn met het leven dat ze nu leiden. Dit is een even grote ramp. Wat volgens Fethullah Gülen belangrijk is, is het ontdekken wat deze mensen op spiritueel niveau zo groots maakt, en dit vervolgens integreren in ons eigen leven.
6.7. Respect voor de vroegere geleerden (voorganger / salaf)
Tijdens zijn lessen toont Fethullah Gülen bijzonder veel respect voor de interpretaties en de benadering van geleerden vanaf het ‘Tijdperk van Geluk’ tot nu. Hij is zeer respectvol over de metgezellen, hun volgers, degenen die na de volgers kwamen, de imams van de verschillende stromingen, en grote spirituele personen als Abdoel Kadir Djailani, Hasan Shazili, Ahmed Rifai, Sjah-i Naksjiband, imam Rabbani en Said Nursi, en hun interpretaties en benaderingen. Vaak benadrukt hij dat de interpretaties en benaderingen zeer respectvol aanvaard moeten worden, ongeacht de achtergrond van de betreffende islamitische discipline. Terwijl hij de basis van het geloof uiterst zorgvuldig benadert, geeft hij verder op zeer bescheiden wijze uiting aan zijn eigen visies door te zeggen: “Ibn Kathier (‘de zoon van overvloed’) had deze visie, maar Ibn Kalil (‘de zoon van schaarste’) benadert het zo,” of “Deze arme ziel interpreteert het zo.”
Hij vindt dat leerlingen hun eigen interpretaties en benaderingen kunnen/zouden moeten hebben op basis van respect en op een manier die de basisdisciplines op geen enkele manier tegenspreekt, omdat iedereen in feite een ‘Ibn al-zaman’ (kind van zijn of haar eigen tijd) is. Ieder tijdperk heeft haar eigen kenmerken die geïnterpreteerd kunnen worden vanuit de omstandigheden van die tijd, en vanuit de omstandigheden van de moderne tijd. Het is de verantwoordelijkheid van iedere moslim om de tekens van de tijd zorgvuldig te lezen, en de waarden waarin hij gelooft hiermee in praktijk te brengen. Tegelijkertijd is het van groot belang om de geleerden niet te onderschatten en te kleineren door bijvoorbeeld te zeggen: “Zij begrepen deze kwestie niet.”
6.8. Boeksamenvatting
Deze methode is in het vorige gedeelte uitgelegd. De samenvatting en presentatie van een boek worden op de volgende manier uitgevoerd: Fethullah Gülen komt met boeken die hij belangrijk acht voor zijn leerlingen. Ieder werk wordt zorgvuldig gelezen, samengevat en vervolgens gepresenteerd in de klas. De boeken die worden samengevat hebben betrekking op verschillende takken van de islamitische disciplines, literatuur, geschiedenis, filosofie enzovoort. Tijdens het samenvatten, uit Fethullah Gülen de mate van tevredenheid of ontevredenheid over de schrijver. Veel leerlingen vinden deze manier van studeren bijzonder productief.
6.9. Conclusie
Fethullah Gülen was een leerling van het madrasa-systeem, maar terwijl hij zijn loyaliteit en respect voor het verleden behield, breidde hij later zijn kennis uit met nieuwe technieken.
Zijn lesmethode richt zich op de leerling. Hij staat altijd open voor nieuwe en andere methoden. Hij maakt gebruik van computers en andere vormen van informatie, maar hecht er ook veel waarde aan dat leerlingen weten hoe ze relevante passages in boeken kunnen vinden. Behalve het gebruik van technologie die de mogelijkheid biedt om snel toegang te krijgen tot informatie, is het essentieel om het boek te lezen en aantekeningen te maken wanneer nodig. Verder benadrukt hij dat technologie als back-up moet dienen voor het snel verkrijgen van informatie. Maar als een leerling hier afhankelijk van wordt, loopt hij of zij het risico dat technologie een obstakel gaat vormen in de ontwikkeling van zijn of haar capaciteiten.
Fethullah Gülen heeft op verschillende manieren duidelijk gemaakt dat de herdenking van onze bewonderenswaardige voorouders en geleerden met mooie woorden, en een respectvolle benadering van hun inspanningen en interpretaties, behoren tot de morele en religieuze plicht van een moslim. Fethullah Gülen wijst ons erop, vaak in tranen, dat deze mensen hun eigen tijd hebben overstegen en dat wij hun dank verschuldigd zijn. Fethullah Gülen gelooft dat ieder tijdperk zijn eigen voordelen heeft, en dat ieder individu gebruik dient te maken van de inspiratie die God onze harten schenkt om deze vervolgens te openbaren, en dat altijd vanuit de essentie van de religie. Op die manier maken we volgens Fethullah Gülen gebruik van onze wilskracht, waarbij we de inspiratie waarderen die Allah onze harten en geesten geeft, en dankbaarheid tonen voor de zegeningen die wij hebben ontvangen.
Zo nu en dan zei Fethullah Gülen: “Ik heb geen zeggenschap over jullie. Als dit wel het geval was dan zou ik jullie vragen om leerlingen op dezelfde manier, tot aan jullie dood, les te geven.” Ongeacht de ontwikkeling die zijn leerlingen doormaken en of ze zelf misschien leraar worden, hij blijft ze aanmoedigen om altijd verder te studeren om zo altijd leerling te blijven. Als voorbeeld noemt hij Noer al-Dien al-Haithami, een leerling voor het leven van Zayn al-Dien al-Iraqi. Soms zegt hij vol humor: “Engelen nemen de zielen van leerlingen die de waarheid zoeken en voeden hen met honing en room, zonder ze pijn te doen.” Zo moedigt hij hen aan om leerling te blijven en met onophoudelijke drang te leren. Volgens Fethullah Gülen is, in het kort, het belangrijkste doel van onderwijzen en leren: het dragen van ons geloof naar de horizon van ma’rifa (goddelijke kennis), het met liefde verdiepen van onze kennis, en het opstijgen door Hem te plezieren met onze vrijwillige en toegewijde ziel op het pad van Zijn gezegende woord, zonder dat we ook maar een moment pauzeren.
Ergün Çapan is algemeen coördinator van Yeni Ümit, een kwartaaltijdschrift over de islam dat in Turkije wordt gepubliceerd. Hij studeerde af aan de faculteit van de Godgeleerdheid aan de Atatürk Universiteit in Erzurum Hij verkreeg zijn masterstitel in, en promoveerde op Koranstudies aan de Marmara Universiteit in Istanbul. Naast zijn wetenschappelijke opleiding in de godgeleerdheid, nam Çapan deel aan de particuliere studiegroep van Fethullah Gülen om zich te specialiseren in verschillende klassieke islamitische disciplines. In zijn masterscriptie analyseerde Çapan de soera Ahzab van de Koran in relatie tot de islamitische familiestructuur. De titel van zijn proefschrift was ‘De metgezellen van de Profeet1 in de Koran’, die later werd gepubliceerd als ‘Kur’an’da Sahabe’ in het Turks. Çapan is tevens redacteur van ‘Terror and Suicide Attacks: An islamic Perspective’, die in vele talen werd gepubliceerd. Hij riep kortgeleden twee grote internationale symposia bijeen in Istanbul: ‘Kur’an ve Bilimsel Hakikatler’ (De Koran en Wetenschappelijke Waarheden) in juni 2010, en ‘Peygamber Yolu’ (De Weg van de Profeet) in oktober 2010. Verder geeft hij les aan de nieuwe Faculteit in Godgeleerdheid van de Universiteit in Godsdienstwetenschappen in Turkije.
[1] Geciteerd uit Fethullah Gülen 2006e, p. xli.
[2] Fethullah Gülen 2006c, p. 36.
[3] Hadieths worden ingedeeld als mawkoef, maktoe, of marf, afhankelijk van de bovenste persoon van de keten van overdracht. Hadieths waarvan de bovenste persoon een metgezel was, zijn mawkoef; als de bovenste persoon een opvolger (tabi’oen) was, dan zijn ze maktoe; wanneer ze helemaal terug te voeren zijn naar de Profeet, dan zijn ze marfoe.
[4] Geciteerd uit Fethullah Gülen 1999b.
[5] Ibid.
[6] Fethullah Gülen 2004e, p. xix.
[7] Ihja betekent doen herleven of ontwikkeling, verbetering.
[8] Fethullah Gülen 2000g.
[9] Fethullah Gülen 2010b, p. 101.
[10] Tabarani, Mu’djam al-Kabir, 25/7; Ajluni, Kashf al-Khafa, 1/179.
[11] Tarawih-gebed is een speciaal gebed tijdens de ramadan.
[12] Sahoer is het ontbijt voor zonsopgang voordat het vasten begint.
[13] Ibn Manzoer. Lisan al-Arab; Zabidi. Tadj al-Aroes, ‘k-dh-b’.
[14] Djarh en ta’dil keurt de vertellerspositie van een verteller af. Djarh verwijst naar de gebreken van een verteller, zoals het bekendstaan als leugenaar, het hebben van een slecht geheugen enzovoort. Ta’dil bevestigt de geloofwaardigheid van een verteller op basis van de betrouwbaarheid, een goed geheugen enzovoort.
[15] Fethullah Gülen 1995b, pp. 21–24.
- Aangemaakt op .