Het Leven Van Mohammed Tijdens Zijn Profeetschap Is Ook Een Bewijs Hiervoor
1. Als de Profeet Mohammed, vzmh, egoïstische wensen en doelen had gekoesterd, en indien hij geen Profeet zou geweest zijn, door God gekozen om mensen naar de waarheid te leiden, dan zou hij niet gewacht hebben tot de leeftijd van 40 jaar om te beweren dat hij een Profeet was.
2. Mohammed was analfabeet. Tot aan zijn 40e jaar had niemand hem een welsprekende toespraak horen uitspreken, over religieuze of metafysische kwesties horen spreken, wetten weten toepassen of een zwaard hanteren. Maar deze bescheiden en stille man die nooit enig teken had gegeven dat hij zich interesseerde voor politieke activiteiten, verscheen op het wereldtoneel als de grootste hervormer. Hij verklaarde de ingewikkelde problemen van metafysica en theologie, hield toespraken over de principes van de ondergang van naties, onderwees morele regels en formuleerde de wetten van sociale cultuur, economische organisatie, groepsgedrag en internationale relaties met een genialiteit die de wereld niet eerder had gekend. Hij werd opeens zulk een moedig soldaat dat hij zelfs niet in de hevigste gevechten terugtrok. Hij veranderde de denkwijzen van mensen, hun wereldbeeld, hun geloof, gewoonten en moraliteit.
3. De Profeet Mohammed, vzmh, was méér dan een onoverwinnelijke bevelhebber, een vooraanstaand staatsman en een hoogst invloedrijke geestelijke leider. Hij is het enige voorbeeld waarbij alle kwaliteiten op een schitterende manier in één persoon waren verenigd. Hij was een man van wijsheid en een ziener en ook een levende belichaming van zijn eigen leer. Hij was een groot staatsman, zowel als een militair genie. Hij was een wetgever en een leraar in morele kwesties. Hij was een spiritueel licht zowel als een religieuze gids. Zijn visie dringt door in elk aspect van het leven en er is niets wat hij aanraakt zonder te bewonderen. Zijn orders en bevelen hebben betrekking op een uitgestrekt gebied van het beheersen van internationale relaties tot aan de dagelijkse gewoonten zoals eten, drinken, slapen en de zuiverheid van het lichaam. Op de grondvesten van zijn leerstellingen heeft hij een beschaving en een cultuur gevestigd. Hij bracht een dergelijke fijne, gevoelige en evenwichtige levensstijl voort, een perfect evenwicht tussen te botsende aspecten van het leven dat er niet de minste onvolkomenheid te vinden is, geen enkel gebrek of onvolledigheid. Welke tekorten en imperfecties zou hij hebben, vergeleken met andere Profeten, waardoor hij niét als een Profeet zou kunnen bevestigd worden en een Boodschapper van God?
4. Mohammed, vzmh, leefde een eenvoudig leven, als de armste van zijn gemeenschap. Hij besteedde al zijn geld, verdiend in de handel, aan het verspreiden van zijn Boodschap, vanaf het begin van zijn Profetische opdracht. Ondanks zijn grootsheid, was zijn gedrag tegenover de eenvoudigste mens dat van een gewoon menselijk persoon. In de strijd en de ondernemingen van zijn hele leven, zocht hij geen enkele beloning of vergoeding voor zijn eigen persoon. Hij liet evenmin een erfenis achter voor zijn erfgenamen. Hij vroeg zijn volgelingen niet om iets voor hem of zijn afstammelingen te 'brandmerken'. Hij ging daarin zo ver dat, alhoewel hij en zijn familie tot de armste van de gemeenschap behoorden, hij aan hen én aan zijn afstammelingen verbood van ook maar iéts aan te nemen uit de voordelen van de voorgeschreven aalmoezen.
5. Mohammed, vzmh, was uiterst genadig voor alle schepselen van God. In Mekka onderging hij door zijn stamgenoten elk soort lijden. Uiteindelijk dwongen ze hem om naar Medina te emigreren en voerden daarna, gedurende 5 jaar, oorlog tegen hem. Nochtans, toen hij Mekka zonder bloedvergieten veroverde tijdens het 21e jaar van zijn Profeetschap, vergaf hij al zijn vijanden. Zijn vergevingsgezindheid omvatte zelfs de hypocrieten en de ongelovigen. Alhoewel hij de hypocrieten van zijn tijd herkende, stootte hij hen nooit uit, zodat zij konden genieten van de rechten van een volledig burgerschap waartoe de uitwendige belijdenis van het geloof en de toepassing, hen toegang gaf.
De Profeet Mohammed, vzmh, was in het bijzonder genadig tegenover kinderen. Als hij een kind zag huilen, zette hij zich ernaast en deelde zijn of haar gevoelens. Hij voelde de pijn van een moeder voor haar kind beter dan die moeder zelf. Op een keer zei hij: 'Ik sta in gebed verzonken en wens dit te verlengen. Dan hoorde ik echter het gehuil van een kind en brak het gebed af voor de pijn die de moeder voelde, die in de samenkomst bad.' Hij nam kinderen in zijn armen en omhelsde hen. Soms droeg hij hen op zijn schouders.
Het mededogen van de Profeet omvatte niet alleen menselijke wezens maar ook dieren. Wij horen van hem dat een prostituee door God naar de waarheid werd geleid en uiteindelijk het Paradijs bereikte omdat zij water gaf aan een arme hond die van honger stierf. Een andere vrouw, die een kat van honger liet sterven, werd naar de Hel verwezen.
6. De Profeet Mohammed, vzmh,was zeer mild in zijn omgang met mensen. Hij was nooit kwaad op iemand voor de vernederingen die hij onderging. Toen zijn vrouw A'isha, moge God tevreden zijn met haar, het onderwerp van geroddel werd, dacht hij er niet eens aan om de roddelaars te straffen, zelfs nadat A'isha's onschuld was aangetoond. Bedouinen kwamen hem dikwijls opzoeken en waren erg onbeleefd. Hij fronste daar zelfs niet de wenkbrauwen voor.
7. De Profeet was ook de meest vrijgevige der mensen. Hij hield ervan om al zijn bezittingen uit te delen. Toen zijn Profeetschap was begonnen, besteedden hij en zijn rijke vrouw Khadija alles wat ze bezaten in de opdracht die God had gegeven. Toen Khadija, moge god tevreden zijn over haar, stierf, had hij geen geld voor een lijkkleed voor haar. Gods Boodschapper, vzmh, moest toen geld lenen voor de begrafenis van de eerste persoon die Moslim werd en zijn eerste toeverlaat.
Volgens de Profeet is de wereld zoals een boom waaronder de mensen zitten om schaduw te hebben gedurende een lange reis. Niemand kan voor altijd in de wereld blijven leven, dus moeten mensen in de wereld de noodzakelijke voorbereidingen treffen voor het tweede deel van de reis die ofwel naar het Paradijs ofwel naar de Hel leidt. De opdracht van Gods Boodschapper, vzmh, was om mensen naar de waarheid te leiden en daarom besteedde hij zijn hele bezit en zijn leven om dit doel te bereiken. Op een dag zag Umar, vzmh, hem op een ruwe mat liggen en huilde terwijl hei sprak: 'O Boodschapper van God, terwijl koningen in zachte donsdekens slapen, ligt gij op een ruwe mat! Gij zijt de Boodschapper van God en verdient daarom meer dan enige andere mens een gemakkelijk leven.' De Boodschapper antwoordde hem: 'Stemt gij er niet mee in dat de rijkdommen van deze wereld aan hen toebehoren en dat wij de rijkdommen van het Hiernamaals zullen bezitten?'
Islam keurt geen kloosterleven goed. Islam is gekomen om de rechtvaardigheid te verzekeren en het welzijn van de mensheid, maar waarschuwt de mensen tegen overdreven gemakzucht. Omwille van deze reden hebben vele Moslims gekozen voor een ascetisch leven. Alhoewel zij meestal rijk werden na de dood van de Boodschapper, vzmh, waren ze sommigen zoals de Kaliefen Abu Bakr, Umar en Ali, die een sober leven verkozen. Gedeeltelijk was dit omdat zij wensten te leven zoals de armste van hun volk en gedeeltelijk omdat zij kozen van strikt het voorbeeld te volgen van de Profeet.
8. De Profeet Mohammed, vzmh, was de meest nederige der mensen. Daar hij iedere dag een hogere spirituele rang bereikte, nam zijn nederigheid nog toe, ook zijn dienstbaarheid tegenover God. Hij gaf er de voorkeur aan een Profeetslaaf te zijn boven een Profeetkoning.
Bij het bouwen van de Moskee van Medina na de 'Hijra' droeg hij twee, in de zon gedroogde bouwstenen terwijl alle andere er één droegen. Bij het graven van de gracht in het Gevecht van de Greppel of Gracht, bonden de Gezellen een steen rond hun maag om de honger niet te voelen. De Boodschapper bond twee steen rond zijn maag want hij was hongeriger dan alle anderen. Ooit zag een man hem en, door zijn indrukwekkende verschijning, begon hij van angst te beven. De Boodschapper kalmeerde hem en sprak: 'Broeder! Wees niet bang! Ik ben een mens zoals gij en mijn moeder at droog brood.' Bij een andere gelegenheid werd hij bij de hand genomen door een vrouw die aan waanzin leed en hem zegde: 'Kom en doe mijn huiswerk.' Gods Boodschapper, vzmh, ging met de vrouw mee en deed het werk. A'isha, zijn vrouw, vermeldde dat de Boodschapper zijn kleren herstelde, zijn schoenen repareerde en zijn vrouwen hielp bij hun huiswerk.
Ali, de vierde Kalief, moge God tevreden zijn over hem, beschreef de Profeet, vzmh:
Gods Boodschapper was de meest vrijgevige der mensen bij het wegschenken en de mildste en eerste van hen in geduld en volharding. Hij was de eerlijkste der sprekers, de meest beminnelijke en meevoelende in gezelschap en de nobelste in de familie. Wie hem voor het eerst ziet is getroffen door ontzag voor hem maar wie hem beter kent wordt diep door hem aangetrokken en wie hem tracht te beschrijven zegt: 'Ik heb, noch eerder noch later iemand gezien zoals hij, vzmh.'
Behalve het overbrengen van Gods Boodschap naar de mensen, het uitvoeren van de opdracht van Goddelijk Profeetschap, wat kan Mohammed, vzmh, nog meer hebben bewogen om een dergelijk sober en streng leven te leiden? En welk degelijk argument kan worden ingebracht tégen zijn Profeetschap?
- Aangemaakt op .