NOVA Reportage over Gülen-beweging, een analyse

Op 4 juli, twee weken na de uitverkiezing van Fethullah Gülen als grootste intellectueel ter wereld, verscheen een NOVA-reportage over de veelbesproken Gülen-beweging. Op basis van een anonieme getuige en vijf vermeende verklaringen beweren programmamakers Selli Altunterim en Jan Eikelboom dat er binnen de beweging in Nederland sprake is van indoctrinatie, sektarisme en samenzwering. De reportage is volgens vertegenwoordigers van de Turkse gemeenschap in Nederland op zijn minst twijfelachtig te noemen. Ongefundeerde beweringen, sluwe woordenspelingen en dubieuze getuigenverklaringen zijn in de reportage in meervoud terug te vinden. De vraag rijst of de reportage juridisch en journalistiek verantwoord is.

In de wetenschap en het hoger onderwijs wordt er almaar op gehamerd. Kwalitatief onderzoek moet zonder meer voldoen aan een aantal criteria om geldig te kunnen zijn. Zodra aan deze fundamentele principes niet wordt voldaan is het onderzoek zonder pardon ongeldig. Door dit na te laten komt min of meer de onkunde of onwilligheid van de onderzoeker aan het oppervlak. Het ontbreken van geleerdheid, ofwel geletterdheid, zou volgens Desiderius Erasmus (1466-1536) zelfs leiden tot het verval van elke discipline.

Prominente leden van de Turkse gemeenschap in Nederland spraken direct na het zien van de reportage hun verontwaardiging uit. Sommigen waren diep teleurgesteld, anderen beter in staat rede van emotie te scheiden. Mehmet Emin Ates, erevoorzitter van de Turks Islamitisch Culturele Federatie (TICF) en voorzitter van de Inspraakorgaan Turken (IOT), zei bijvoorbeeld na de verschijning van de reportage enigszins gelaten: “De journalistieke regels in Nederland zijn met voeten getreden”. De uitgesproken democraat Veyis Güngör, voorzitter van de UETD (Europese Unie voor de Turkse Democraten) in Nederland lijkt zich beter bewust te zijn van de provocatieve journaille (c.q. sensatiejournalistiek): “Het lijkt alsof in Nederland organisaties die in korte tijd succesvol worden op deze manier opzettelijk worden tegengewerkt.”

Alhoewel in Turkse gelederen veel sentimenten weerklinken is het belangrijk eerst de geldigheid van het onderzoek te toetsen. Geeft de reportage bijvoorbeeld antwoord op de vraag die wordt gesteld? Is de Gülen-beweging werkelijk een gevaar voor de openbare orde? Het antwoord op deze vraag blijft na het zien van de reportage niettemin in het ongewisse. Er worden bewijzen noch feiten geleverd om de bewering te staven. Op een zeker moment wordt in de reportage op tamelijk sluwe wijze de voorzitter van de Dialoog Academie Gürkan Çelik gevraagd of de Academie gelieerd is aan Fethullah Gülen. Çelik probeert meerdere malen tevergeefs van onderwerp te veranderen. Turkije-deskundige Erik-Jan Zürcher merkt in de reportage terecht op dat de poging deze vraag te omzeilen een politieke erfenis zou kunnen zijn vanuit het land van herkomst. In Turkije ligt het spreken over dit onderwerp al jaren uiterst precair. Ofschoon de heer Çelik vervolgens duidelijk blijk heeft gegeven dat Fethullah Gülen een van de inspiratiebronnen is, is dit in de reportage achterwege gelaten. Wel heeft Nova na de uitzending het volledige interview op de eigen website geplaatst. Dit is niet gebeurd met de overige interviews die in de reportage te zien zijn. Wellicht heeft dit ermee te maken dat de heer Çelik een voorwaarde gesteld had om voor de camera te reageren, namelijk dat hij zelf het interview ook op video op wilde nemen voor eigen archief. Volgens de heer Çelik was de lacherige reactie van Nova verslaggever de heer Eikelboom op deze voorwaarde: “Ja, dat [eigen opname] mag, maar dit hebben we nog niet eerder meegemaakt. Alleen in dictaturen.” Het is opmerkelijk dat Nova zich desondanks toch gedwongen voelde het volledige interview met de heer Çelik op de website te plaatsen. De reportage zelf borduurt voort op de gemonteerde ontkenning van Çelik. Om de dubbelzinnigheid van zijn opstelling kracht bij te zetten wordt in de reportage op vermakelijke wijze herhaaldelijk verwezen naar de (verouderde) internetpagina van de Dialoog Academie. Dat uit de referentie naar Gülen als inspiratiebron geen juridische band opgemaakt kan worden blijft buiten beschouwing.

De vraag is in de kern of de beweging op korte dan wel lange termijn een bedreiging vormt voor de openbare orde. Tijdens de inleiding door copresentator van De Wereld Draait Door Joost Karhof wordt onmiddellijk de toon gezet. Karhof: “Volgens Turkije-kenners heeft Fethullah een dubbele agenda.” Saillant genoeg wordt in de reportage slechts één Turkije-deskundige in de persoon van Erik-Jan Zürcher aan het woord gelaten. Melodramatische achtergrondmuziek gepaard met vertraagde beelden moet de kijker vervolgens het idee geven van achtergesteldheid en segregatie. Nadat de zwaarmoedige ondertoon is gezet volgt in de voice-over: “Niemand weet precieze aantallen, maar met mogelijk duizenden aantallen is het waarschijnlijk de grootste Turkse beweging in Nederland.” De oplettende kijker merkt onmiddellijk de woordenspelingen op in deze zin. De gesloten vraagstelling aan de controversiële Turkse journalist Hikmet Çetinkaya die hierop volgt is eveneens merkwaardig. “Er wordt vermeend dat ze zich anders voordoen dan ze in werkelijkheid zijn. Zijn ze werkelijk antidemocratisch? Zijn ze voor de sharia?” De respondent Çetinkaya antwoord bevestigend door de vraag met verheven stem direct om te zetten in een stelling. “Natuurlijk zijn ze anti-democratisch! Zij zijn voor de sharia!”

Mustafa Ayranci, de voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTIB), kwam ook aan het woord in de reportage. Tijdens het vraaggesprek zou er een brochure van een niet bij naam genoemde organisatie bij Ayranci thuis op tafel gelegen hebben waarin wordt opgeroepen tot de religieuze wetgeving (c.q. sharia). Ayranci zou later in een interview met Zaman zeggen dat hierover zijn standpunt werd gevraagd. Hij sprak hier dan ook uitdrukkelijk zijn afkeuring over uit. Alhoewel de afzender van de brochure geen banden heeft met de Gülen-beweging, zouden de programmamakers de woorden van Ayranci welbewust verbonden hebben aan de Gülen-beweging. Zelf zegt Ayranci daarover: “Ik vertelde NOVA dat ik de oproep in de brochure laakte. Als voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging ben ik een voorstander van integratie. Het werk van de afzender beschouw ik als hindernis voor de integratie. Let wel, daarmee bedoelde ik niet de Gülen-beweging!”

De verklaring van Hikmet Çetinkaya - zes maal wegens smaad en laster aan het adres van de heer Gülen vervolgd en veroordeeld door het Openbaar Ministerie in Turkije - zou bovendien onbetrouwbaar zijn. Dit heeft de programmamakers echter niet weerhouden de omstreden Çetinkaya als onafhankelijke deskundige te doen voorkomen en te interviewen. De bijdrage van de journalist riep veel weerstand op. De indruk zou gewekt worden dat hij deskundig is over de Gülen-beweging. Ook de mededeling dat Gülen niet in Amerika zou mogen verblijven en ook in andere landen niet welkom zou zijn is onjuist. In werkelijkheid heeft Gülen de rechtszaak over zijn verblijfsstatus, de Green Card, gewonnen. Verder zou uit geen enkele bron opgemaakt kunnen worden dat andere landen Gülen weigeren.

In de reportage wordt veel waarde gehecht aan een verklaring van een anonieme oud-medewerker. De voice-over meldt plichtmatig dat de man anoniem zou willen blijven omdat hij zou vrezen voor zijn veiligheid. Wederom is het zeer dubieus of een getuigenis geloofwaardig is. In dit geval zou niet getoetst kunnen worden of er sprake is van persoonlijke grief of belangenverstrengeling. Stem: “Maar de leerlingen krijgen niet alleen huiswerkbegeleiding, ze worden ook geïndoctrineerd. Dat zegt een oud-medewerker die uit angst alleen zijn verhaal anoniem wil vertellen.” De angst waarover wordt gesproken zou echter moeilijk op te maken zijn uit de intonatie die de oud-medewerker aan de dag legt. Met pakkende leuzen en ondubbelzinnige beschuldigingen neemt de naamloze vooral zélf het initiatief. Zonder dat de interviewer er gericht naar vraagt begint de anonymus over massabekering en assimilatie. Daarbij weet hij, als oud-medewerker, ongetwijfeld hoe gevoelig deze onderwerpen liggen in de samenleving en – niet in de laatste plaats - voor welk schokeffect dit kan zorgen. Niettemin neemt hij geen blad voor de mond. Enigszins versteld door de uitgesproken dissident ziet de interviewer kans een krachtige uitspraak aan de man te ontlenen: “Ja ja.. En geven ze Nederlanders als goed voorbeeld of als slecht voorbeeld?” Wederom een gesloten vraag. “Een goed voorbeeld is een bekeerde Nederlander; de rest is slecht,” aldus de oud-medewerker.

Er zouden in de reportage bovendien verkeerde generalisaties gemaakt worden. Ook Erik-Jan Zürcher zou vergeten zorgvuldig te formuleren. De Turkije-deskundige beweert dat de secularisten in Turkije tegenstanders zijn van de Gülen-beweging. Daarbij ziet Zürcher over het hoofd dat ook de leden van de Gülen-beweging seculier zijn. Uit opiniepeilingen blijkt nota bene dat de meerderheid van Turkije de activiteiten van de beweging voorstaat.

Afgezien van de representativiteit en geloofwaardigheid van de respondenten wordt ook de ondertiteling van het halverwege de reportage getoonde fragment van Fethullah Gülen betwist. Het zou verstrekkende onjuistheden bevatten. De integrale NOVA-vertaling luidt: “De islamitische wereld is al twee eeuwen misbruikt door de westerlingen. Om onze wereld niet weer door hen te later misbruiken moeten de gelovigen van Turkije economisch gezien de macht overnemen in het Westen en hen zo het rechte pad wijzen. Zo moeten we alle misbruik tegengaan. Zo wil Allah het.” Gülen spreekt over “küfür dünyasi”. In werkelijkheid zou dit volgens vertalers niet “de westerse wereld” betekenen (in het Turks “Bati dünyasi”), maar ‘regimes die onderdrukken’. De cruciale passage “…o insanlarla dostluk kursunlar” is zelfs niet vertaald. Deze woorden bevatten echter een belangrijke boodschap. De betekenis hiervan luidt: “laat hen vriendschappen met hen sluiten.” Verder betekent de vertaling van “irsat zeminine kadar her seyi ele geçirsin” niet “hen zo het rechte pad wijzen” zoals NOVA het in de context interpreteert, maar “integreren in alle lagen (irsat zemini) van de samenleving (context: om de beeldvorming over moslims te verbeteren)”. Door de vertaling van NOVA voor waar aan te nemen zou de Gülen-beweging volgens gedupeerden geheel buiten verhouding geplaatst worden. Daarnaast zou de NOVA-vertaling van “ve bütün istismar kapilarini kapasinlar”, vertaling: “zo moeten we alle misbruik tegengaan” wederom onjuist zijn. Met name Selli Altunterim, de programmamaker die zelf van Turkse afkomst is, moet het ontgelden. Altunterim zou politieke bedoelingen hebben met de reportage en willens en wetens de woorden van Gülen verdraaid hebben. De juiste vertaling is binnen de context namelijk: “en laat ze de negatieve beeldvorming voorkomen (letterlijk: de deuren sluiten)”. Dit impliceert een hele andere benadering die Gülen nastreeft. De vertaling “Zo moeten we alle misbruik tegengaan” zinspeelt op fysiek geweld en extremisme. En of er al niet genoeg fouten zijn gemaakt wordt de simpele Turkse uitdrukking “Allah rizasi için kapatsinlar” vertaald met het dogma “Zo wil Allah het.” De eigenlijke vertaling is “Voor Gods (c.q. Allah) genoegen,” in het Engels “for God’s sake”. Duidelijk is dat dit een culturele uitdrukking is die je in de Engelse taal wel direct terug vindt, maar niet in de Nederlandse.

Verder worden er naast gebruikelijke schoonheidsfoutjes zoals misplaatste logo’s ook fouten gemaakt die de context van de gebeurtenissen misplaatst. Zo wordt een fragment uit 1999 van Alaattin Erdal, de toenmalige directeur van stichting Het Centrum, getoond met als datering 1990, en niet zoals in werkelijkheid 1999.

Turkije-deskundige Erik-Jan Zürcher geeft richting het slot de opzet voor de nabespreking tussen presentator Joost Karhof, Sadet Karabulut (SP) en Halbe Zijlstra (VVD). Zürcher verwijt de overheid veel te makkelijk geld en middelen aan vertegenwoordigers van migrantengroepen te geven die op de juiste knoppen weten te drukken. Zowel Karabulut als Zijlstra zijn de mening toegedaan dat de initiatieven van de Gülen-beweging, met name de scholen, de integratie belemmeren. Karabulut kenmerkt zich in de epiloog aldoor door haar heldere en redelijke argumentatie. Zijlstra chargeert vooral. Volgens de VVD’er zou er vanuit de beweging zelfs sprake zijn van bedreigingen. Vervolgens somt de voormalige gemeenteraadslid van Utrecht grote bedragen op en schetst de leerlingen en ouders die zich hebben verbonden aan de scholen af als hulpeloze slachtoffers. Ook de vrijwilligers binnen de beweging komen er niet vlekkeloos vanaf. Zijlstra: “Hij (Gülen red.) probeert met zijn beweging om mensen die in een achterstandspositie zitten via onderwijs, via opklimmen op de maatschappelijke ladder, in een machtspositie te brengen die niet alleen voor hen goed is, maar vooral voor de groep goed is. En die mensen zien daarin een soort hoop voor de toekomst en houden zich daaraan vast. En daardoor worden ze wel heel erg naar binnen gezogen en ontstaat er een soort sekte. Soort sektebeweging waar je heel moeilijk weer uit kunt komen.” ‘Sekte’, ‘machtspositie’, ‘zijn’ beweging; de toon die Zijlstra aanhoudt liegt er niet om. Volgens benadeelden probeert de geboren Fries vooral díe kijkers te beïnvloeden die onbekend zijn met de beweging. Zijlstra houdt daarbij de wetenschap achter dat de door Gülen geïnspireerde scholen in de loop der jaren internationaal een goede naam hebben opgebouwd. Hoogwaardigheidsbekleders, beroemdheden, ministers, zelfs presidenten kloppen aan bij de scholen die geïnspireerd zijn door Gülen. Fethullah Gülen is niet voor niets door de respectievelijk Amerikaanse en Britse tijdschriften Foreign Policy en Prospect in juni verkozen tot grootste nog levende intellectueel ter wereld. Vooraanstaande intellectuelen roemen wereldwijd zijn gedachtegoed van dialoog, ethiek en onderwijs in achterstandsgebieden. Het zou zelfs kunnen dat Zijlstra zich werkelijk niet bewust is van de internationale allure van de Turkse denker. De VVD’er ziet de beweging, ofwel mensen die sympathiseren met Gülen en succesvol samenwerken, als een roedel wolven in schaapskleren. Daarmee toont hij zich eigenlijk een tegenstander zonder het mondiale perspectief te begrijpen. Gespreksleider Joost Karhof zegt op een gegeven ogenblik met recht dat alles er bij de beweging piekfijn uitziet en het mensen hoop en een goede toekomst biedt. Karhof vervolgt in zijn rol als naïeve interviewer: “Maar daar kun je wel maatschappelijk verder mee komen. Dat is de truc natuurlijk.” Zijlstra riposteert: “Dat is de truc, dat is de eerste stap, maar de mensen die dan vervolgens op een gegeven moment zeggen van ho, nu worden allemaal extra dingen van mij gevraagd waarbij ik bijvoorbeeld als individu niet meer aan mee wil doen, dan komt dat groepsproces heel erg sterk aan de orde. Dan zie je dus ook dat mensen heel erg moeilijk er weer uit komen en ook geconfronteerd met bedreigingen. Ondernemers die bijvoorbeeld bijdragen moeten leveren financieel, die daar van afwillen, die dan ook weer met bedreigingen te maken krijgen. En dat is dan de negatieve kant die heel duidelijk aan de oppervlakte komt.” Bij dit soort verdachtmakingen is het essentieel dat de feitelijke onderbouwing afdoende is. Zijn er daadwerkelijk voorbeelden van zulk soort bedreigingen? Is dit representatief? Hoe en wat waren deze bedreigingen? Zijlstra zou hiermee de beweging associëren met terrorisme en extremisme, terwijl Fethullah Gülen onmiddellijk na 11 september zijn grondige afkeuring hiervan uitsprak. De vele inspanningen die de beweging levert om de grimmige beeldvorming over moslims te corrigeren en een vreedzame dialoog te creëren wordt in de reportage buiten beschouwing gelaten. Zo ook de tweedaagse conferentie “Peaceful Coexistence” in 2007 op de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Volgens Zijlstra zou dit allemaal gedaan worden om de schijn op te houden.

Hoewel van Turkse origine zou Karabulut ook een aantal onjuiste generalisaties maken. Als vertegenwoordiger van Turkse Nederlanders zou ze zelfs niet representatief zijn. De politica zou vanwege haar achtergrond teveel verschillen van de overwegend soennitisch Turkse gemeenschap in Nederland. Dit weerhoudt zij niet haar persoonlijke visie als algemeen heersende opvatting te presenteren. Karabulut: “Ik denk dat er heel veel mensen zullen zijn die de beelden die we hier zien zullen beamen.” Of andermaal “Het feit alleen ook al dat op die scholen alleen maar Turkse kinderen zitten, dat is natuurlijk al een teken en het bewijst dat dit absoluut niet de integratie bevordert.” Dat op de scholen ook autochtone kinderen zitten ontgaat het Kamerlid echter. Karabulut pleit er verder voor dat de overheid deze scholen verbiedt. Direct na de uitspraak komt de SP’er weliswaar terug op haar schreden. “Wat wel heel belangrijk is (ik weet vanuit de Turkse gemeenschap) omdat er heel veel kinderen zijn ook met onderwijsachterstanden, en er erg behoefte is aan onderwijsondersteuning, krijgen dit soort organisaties een kans. Dit soort organisaties zouden wij niet nodig moeten hebben. Dat moet wat dat betreft gewoon openbaar publiekelijk goed georganiseerd worden.“ Daarmee slaat Karabulut de spreekwoordelijke spijker op zijn kop. Dit is nu net de reden waarom de Gülen-beweging met haar principieel altruïstische opvatting zo succesvol is, niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld.

Pin It
  • Aangemaakt op .
Copyright © 2024 Website van Fethullah Gülen. Alle rechten voorbehouden.
fgulen.com is de officiële website van bekende Turkse geleerde en denker Fethullah Gülen.