Democratie
In zijn benadering van de islam legt Gülen de nadruk op rationaliteit, op een open en nieuwsgierige geest, op tolerantie ten opzichte van verschillen en op pluralisme. Deze principes leiden bij hem juist tot steun voor de seculiere democratie. Barton: "Voor Gülen betekent seculiere democratie de enige geschikte weg naar bestuur in de moderne staat. De Koran en soenna (de profetische traditie, red.) mogen dan wel duidelijk zijn over godsdienstige waarden waarover men moet nadenken en die men moet hooghouden in een staat, toch bevatten ze geen blauwdruk voor de politiek. De islam staat geen onveranderlijke vorm van regering voor, noch probeert hij daaraan vorm te geven. In plaats daarvan stelt de islam de basisprincipes op die verwijzen naar de algemene eigenschappen van een regering. Hierbij laat de islam het aan de mensen over om het type en de vorm van bestuur te kiezen, afhankelijk van tijd en de omstandigheden. Gülen komt vaak specifiek op voor democratie met als argument dat het de meest geschikte vorm van bestuur is in de moderne tijd en dat het volledig in overeenstemming is met de islam."
Gülen ziet samenwerking met mensen van andere religies en levensbeschouwingen als een noodzaak: "Los van hoe de aanhangers hun geloof in hun dagelijks leven in praktijk brengen, algemeen geaccepteerde waarden als liefde, respect, tolerantie, vergevingsgezindheid, genade, mensenrechten, vrede, broederschap en vrijheid zijn waarden die door religies verheven zijn. Deze waarden, althans de meeste ervan, kregen een zeer prominente plaats in de boodschap van Mozes, Jezus en Mohammed, vrede zij met hen allen, en in die van Boeddha, Zarathustra, Lao-Tze, Confucius en de hindoeprofeten."
Is het mogelijk om islam en democratie met elkaar te verzoenen? Wat vindt u ervan dat in de meeste islamitische landen geen sprake is van democratie? In hoeverre is dit een gemis volgens u?
“Als we het over islam en democratie hebben, moeten we niet vergeten dat het ene een Goddelijke, hemelse religie is, en het andere slechts een van de menselijke bestuursvormen. De primaire doelen van de religie hebben betrekking op universele zaken zoals geloof dienstbaarheid aan God, het kennen van God en het erop nahouden van een ethische levenshouding. Met zijn honderden verzen roept de Koran de mensen op tot het geloof, tot dienstbaarheid aan de Waarheid en tot het verkrijgen van een bewustzijn van het belang van het verrichten van goede daden door zich uit te strekken naar een dieper niveau van dienstbaarheid en tot een leven volgens ethische principes. ‘Geloven en rechtvaardige daden verrichten’, dat zijn de onderwerpen waar de Koran de nadruk op legt. Een ander onderwerp dat de Koran onder onze aandacht brengt is het bewustzijn dat God alles ziet wat wij doen. Al onze handelingen zouden wij moeten verrichten alsof wij deze verrichten voor het aangezicht van God. Daarnaast benadrukt de Koran het onderhouden van een gewetensrelatie met God en spoort hij de mens aan om zichzelf te sieren met goede en oprechte daden.
Democratie is geen bestuursvorm die op zichzelf staat. Je kunt zelfs stellen dat het een begrip is dat in hoge mate gecompliceerd en verwarrend is. Vanuit dit oogpunt gebeurt het niet zelden dat dit begrip ter sprake wordt gebracht in combinatie met een andere term. Het wordt vaak voorzien van nadere bepalingen als ‘sociaal’, ‘liberaal’, ‘christelijk’ of ‘radicaal’. Het komt in de praktijk nogal eens voor dat één van deze vormen van democratie de andere niet eens als democratie accepteert. Toch heeft men het vandaag de dag vaak over ‘democratie’ op zich, zonder te kijken naar de verschillende relaties en bepalingen van dat begrip. Als men daarentegen religie ter sprake brengt, dan kijkt men al gauw naar het politieke aspect ervan, zonder eerst te bekijken welke plaats dit aspect binnen de religie inneemt. En dit terwijl politiek niet meer is dan één van de vele terreinen waarover de islam uitspraken doet. Dit gegeven heeft geleid tot een groot aantal discussies rondom de vraag of islam en democratie al dan niet met elkaar gecombineerd of verzoend zouden kunnen worden.
Ook al lijken islam en democratie niet direct elkaars tegenpool te zijn, toch is het duidelijk dat er onderling serieuze verschillen bestaan. Volgens één van de opvattingen is de islam niet alleen een religie, maar ook een staatkundig systeem. Of het nu gaat om het persoonlijk leven, het gezinsleven of sociale, economische en politieke aangelegenheden, de islam heeft er immers een uitspraak over gedaan. De beperking van de islam tot het geloof en de aanbidding, wordt vanuit deze opvatting beschouwd als een verkleining van het gebied van zijn mogelijkheden tot interactie en interventie. Rondom deze zienswijze hebben zich allerlei nieuwe ideeën ontwikkeld die er toe hebben geleid dat men de islam uiteindelijk als een politieke ideologie is gaan beschouwen. Volgens sommigen heeft een dergelijke denkwijze de islam gedegradeerd tot de positie van ‘één van de vele politieke ideologieën’. Een dergelijke ideologische visie op de islam is echter volledig in strijd met de geest van de islam. De islam is namelijk volledig gebaseerd op het recht en hij zet, met de principes die hij voorschrijft, geen enkele partij onder druk. De islam komt zelfs openlijk in het geweer tegen deze onderdrukking en betoont zich een voorvechter van het handelen in overeenstemming met de algemene opinie (zij het wel op terreinen die openstaan voor de vorming van een algemene opinie). Het zou adequater zijn om de islam te presenteren als een element dat gebruikt kan worden om de democratie te completeren, in plaats van hem te beschouwen als een ideologie. Als de islam op deze wijze gepresenteerd zou worden, dan zou dit de plaatselijke vormen van democratie in de islamitische wereld verrijken en zou de mensheid geholpen zij bij het begrijpen van de relatie tussen de geestelijke en de materiële wereld. Ik geloof dat de islam de democratie zou kunnen verrijken, doordat hij voorziet in de vele behoeften van de mens die uiteindelijk met niets anders verzadigd kunnen worden dan door zich te wenden tot een Eeuwig Wezen.
Inderdaad, het is pijnlijk om te zien dat er in de islamitische wereld, en in het bijzonder in ons eigen land (Turkije), zowel onder hen die uit naam van de religie spreken als onder de voorvechters van de democratie, individuen zijn die dezelfde vergissing begaan. Religie en democratie kunnen namelijk nimmer met elkaar verzoend worden. Religie berust immers op de heerschappij van God, terwijl democratie gebaseerd is op de consensus van het volk. Ik vrees dat er in dit kader nog een vergelijkbaar onderwerp is dat verwaarloosd en vergeten wordt. Dit betreft de uitdrukking: ‘De soevereiniteit komt onvoorwaardelijk toe aan de natie.’ Deze uitdrukking houdt niet in dat de heerschappij van God Hem wordt ontnomen, waarna deze onvoorwaardelijk aan de natie toevalt. Integendeel, het houdt juist in dat, zoals alles door God aan de mens in bruikleen wordt toevertrouwd, ook de heerschappij door Hem van een enkel individu, een dictator of tiran kan worden afgenomen en kan of moet worden toevertrouwd aan de natie. Dat is in zekere zin ook de praktijk geweest gedurende de heerschappij van de rechtgeleide kaliefen. Er is geen enkele twijfel dat God in kosmologisch opzicht macht heeft over alles. Wijzelf, onze ideeën en onze plannen zijn allen in de hand van de Almachtige. Dit betekent echter geenszins dat wij geen eigen wil, voorkeur of keuze hebben. Zoals de mens in zijn persoonlijk leven de verantwoordelijkheid kreeg over sommige van zijn keuzes, zo is hij ook verantwoordelijk gesteld voor zijn wil en keuzes met betrekking tot een aantal sociale en politieke aangelegenheden. Mensen die de mogelijkheden hebben de wetgevende en uitvoerende instanties te kiezen, kunnen op verschillende manieren hun stem uitbrengen. Zelfs gedurende de ‘Asr-i Saadet’ - de gelukzalige tijd van de profeet en de rechtgeleide kaliefen - was er geen eenduidige wijze voor het kiezen van het bestuur. De verkiezing van Abu Bakr (de eerste kalief) verliep op een andere wijze dan die van de tweede kalief, Omar. Bij de verkiezing van de derde kalief, Othman respectievelijk de vierde kalief, Ali werd wederom een andere methode gebruikt. Alleen God weet wat juiste manier is. Bovendien is democratie geen systeem dat niet kritisch tegen het licht gehouden en ter verantwoording geroepen mag worden. Als we kijken naar het proces waarbinnen de democratie zich heeft ontwikkeld, dan zien we dat er zaken scheefgroeiden, die vervolgens weer rechtgezet werden. Hier en daar is de democratie herzien, zodat men nu kan spreken over wel dertig verschillende vormen van democratie. Vanwege het slingerende spoor dat de democratie op de route van haar ontwikkeling achterliet, bezien sommigen dit systeem nog steeds met argwaan. Misschien is dit wel één van de redenen waarom de islamitische wereld nog steeds terughoudend is wanneer het om democratie gaat. Naast terughoudendheid is er ook nog het gegeven dat een aantal dictatoriale bestuurders de democratie als een bedreiging voor hun eigen positie beschouwen en liever gebruik maken van grof geweld. Ook dit vormt een belangrijke drempel voor de ontwikkeling van de democratie in een aantal islamitische landen.”
- Aangemaakt op .